This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Voorkennis
Slide 2 - Slide
Autokosten
Slide 3 - Mind map
Babette wil over drie jaar een nieuwe auto kopen. Die auto kost € 11.250. Babette heeft inmiddels € 4.250 gespaard. Bereken welk bedrag Babette elke maand moet reserveren.
Slide 4 - Open question
Manon heeft inmiddels € 200 gespaard. Nu ze extra gaat werken, kan ze per maand in totaal € 67,50 sparen. De scooter die Manon wil kopen kost € 1.350. Hoeveel hele maanden moet Manon nog sparen om de scooter te kunnen kopen?
A
17 maanden
B
18 maanden
C
20 maanden
Slide 5 - Quiz
Leerdoelen
Slide 6 - Slide
Leerdoelen
Ik kan een besparing berekenen.
Context: kosten van verschillende vervoersvormen.
Slide 7 - Slide
Uitleg
Slide 8 - Slide
Reserveren
Reservering per maand = benodigd bedrag ÷ aantal maanden
Slide 9 - Slide
Kosten van vervoer
Daisy werkt drie dagen per week op kantoor. Zij werkt 44 weken per jaar. Bereken de gemiddelde reiskosten per maand.
Enkele reis huis naar werk
42 km
Benzineverbruik
1:18
Benzineprijs
€ 1,90
Slide 10 - Slide
Maak de uitgedeelde vraag.
Slide 11 - Open question
Toepassen
Slide 12 - Slide
Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten. Kijkna en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00
Slide 13 - Slide
Afsluiting
Slide 14 - Slide
Piet rijdt 18.000 km per jaar. Zijn auto verbruikt 6 liter benzine per 100 km. Hoeveel liter benzine verbruikt Piet per jaar?