H1.5 Woorden - nieuwe woorden + samenstelling, synoniem, tegenstelling

Woorden 1.5
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woorden 1.5

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Woorden 1.5
Lees tekst 1 op blz 47
Nikola Tesla. een autobiografie
en maak opdracht 4
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Woorden 1.5
Lees tekst 2
Nikola Tesla
Maak opdracht 5
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Samenstelling
Combinatie van twee of meer woorden die elk ook los kunnen voorkomen
Laboratorium + medewerker = laboratoriummedewerker
ziek + huis + bed = ziekenhuisbed

Slide 5 - Slide

Synoniem
Woorden die (bijna) hetzelfde betekenen

patiënt = zieke
ifluenza = griep

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Leg in je eigen woorden uit wat een synoniem is.

Slide 8 - Open question

Wat is een synoniem van verdrietig?

Slide 9 - Open question

Wat is een synoniem van klein?

Slide 10 - Open question

Tegenstelling (antoniem)
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar betekenen, een tegenstelling vormen

minimaal <> maximaal
theorie <> praktijk

Slide 11 - Slide

Tips om woorden te onthouden
  1. Schep goede voorwaarden
  2. Maak een zin met het woord
  3. Gebruik beeld en geluid
  4. Leg het nieuwe woord uit aan anderen
  5. Herhaal, herhaal, herhaal 

Slide 12 - Slide

Je kiest drie woorden (je mag niet dezelfde woorden kiezen als je buurman)
Per woord doe je het volgende: 

  1. Maak een zin met het woord
  2. Kies een plaatje bij het woord 
  3. Schrijf een uitleg van het woord in jouw eigen woorden

Werk in een Word-bestand.
Klaar? 
- Lever Word-document in in Its learning week 5
- Maak opdracht 6 van 1.5 Woorden of speel de Quizlet (Its learning > Nederlands > link quizlet) 

Slide 13 - Slide

Klaar?
Ga de woordenlijsten leren op Quizlet

Slide 14 - Slide