Les 12 (Week 48, 27/11 - Periode 1) - H1A

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dagopening: "Pianospelen"

  • Is te veel om andere mensen geven volgens jou een kracht of een zwakte?

Slide 2 - Slide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik kan een eenvoudig gesprek over iets kopen begrijpen.
  • Ik kan al een paar woorden die met het eten te maken hebben. 
Le programme :
  • Overhoren
  • F – Lire : Les nombres en francais par 10 + vanaf 20 t/m 50 (uitleg) + chanson + 25bcd p.82-83 
  • Apprendre F (eerste 10 woorden, vanaf "le magasin" t/m "souvent" + 2 zinnen) p.93 
Lundi 27 Novembre

Slide 3 - Slide

Parler: Jeu de rôle - 7b p.65




Doe de dialoog in 7a p.65 met je buurman. 1 is de ober, de ander de klant. Klaar? Wissel dan van rol.
timer
3:00

Slide 4 - Slide

SO
1) Iedereen is stil.

2) Als je klaar bent breng je je SO naar mij toe.

3) Doe iets anders dan Frans: huiswerk voor andere vakken, lezen... niks op de computer.




timer
20:00

Slide 5 - Slide

F – Lire : Les nombres en francais par 10 

Slide 6 - Slide

F – Lire : Les nombres en francais vanaf 20 t/m 50  + chanson + 25bcd p.82-83 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

F - Lire: 25bcd p.82-83

  • Pak le livre p.82, un stylo en doe mee.

Slide 9 - Slide

Se présenter
Stel de vragen aan je buurman en wissel dan van rol. Vraag en antwoord in het Frans.

1) Comment tu t'appelles?    (Atw: Ik heet...)
2) Vraag aan je buurman (in het Frans) hoe oud ze/hij is.  (Antw: J'ai + leeftijd + ans)
3) Tu as des frères et des soeurs ?  (Antw: Ja, ik heb + 1,2,3 + petit(e)/grand(e) + soeur(s)/frère(s))

Slide 10 - Slide

Zelfstandig Werk

1. Schrijf allee woorden en zinnen van Apprendre B - p.88

2. Schrijf het op in het Nederlands en in het Frans.




Slide 11 - Slide

Apprendre F p.93

Slide 12 - Slide

Les devoirs pour Mardi 28 Novembre





  • Apprendre E, Apprendre F (eerste 10 woorden, vanaf "le magasin" t/m "le croissant") p.93 

  • Leren tientallen: 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90 p.94 

Slide 13 - Slide