This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.3: De opkomst van het christendom
Slide 1 - Slide
Deze les:
bespreken opdrachten
herhaling paragraaf 3.2
afronden paragraaf 3.2: Samenleving en cultuur
de kaart van opdracht 5
uitleg 3.3: De opkomst van het christendom
aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Slide
Aan het einde van deze les:
... weet je hoe het christendom ontstond.
... weet je waarom het christendom verboden werd in het Romeinse Rijk.
... weet hoe het kwam dat het christendom wel toegestaan werd.
... kun je uitleggen hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Slide 3 - Slide
Herhaling 3.2
Slide 4 - Slide
Opdracht 2a:
Welk sociale verschil zie je op afbeelding 9?
Slide 5 - Slide
Opdracht 3a
Welk slavenwerk moest Spartacus doen?
Slide 6 - Slide
Opdracht 3b
Op afbeelding 11 staan namen van gladiatoren met een Θ, de eerste letter van het Grieks voor dood. Wat kun je daaruit afleiden?
Slide 7 - Slide
Opdracht 3c
Waarom lieten de Romeinen de gekruisigde lichamen van de opstandelingen zo lang hangen?
Slide 8 - Slide
Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein
Slide 9 - Quiz
Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein
Slide 10 - Quiz
Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein
Slide 11 - Quiz
Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein
Slide 12 - Quiz
Afsluiting 3.2:
sociale verschillen
multiculturele samenleving
godsdienst
romanisering
Slide 13 - Slide
3.3: De opkomst van het christendom
In deze paragraaf leer je:
hoe de joden in het hele Romeinse rijk terechtkwamen
hoe het christendom ontstond en werd verspreid
hoe het christendom werd verboden en later de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Kenmerkend aspect: Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst
Slide 14 - Slide
Joden in het rijk:
63 v.Chr. Romeinen veroveren Judea (Palestina)
Hier wonen Joden, zij geloven in één god en niet zoals de Romeinen in meerdere goden.
Monotheïsme: een godsdienst met maar één god
Slide 15 - Slide
Opstanden onder de Joden:
oorzaken:
Judea wordt een provincie en de joden moeten hoge belastingen betalen.
Joden worden beledigd.
de tempel wordt verwoest.
Slide 16 - Slide
Opstanden onder de Joden:
gevolgen:
opstanden en oorlogen
Joden worden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.
hoop op de messias, verlosser groeit
Slide 17 - Slide
De boodschap:
God beloont goede mensen en straft slechte mensen. De goede boodschap (evangelie) geldt voor iedereen. Voor God is iedereen gelijk, of je nu slaaf of meester, rijk of arm, man of vrouw bent.
Slide 18 - Slide
Christendom verboden
Christenen aanbidden maar één God ( monotheïsme)
Romeinen aanbidden vele goden (polytheïsme)
Christenen weigeren de Romeinse goden en de keizer te vereren.
Het gaat slecht met het Rijk, hier krijgen de Christenen de schuld van.
Slide 19 - Slide
Keizer Nero
Het colosseum
Slide 20 - Slide
Keizer Constantijn
droom
laat zich dopen
313 Tolerantie-edict christendom is niet meer verboden.
Slide 21 - Slide
Staatsgodsdienst:
380: Keizer Theodosius I verbied het vereren van de Grieks-Romeinse goden en maakt van het christendom de enige toegestane godsdienst.
Slide 22 - Slide
Aan de slag:
In de les:
Werk verder aan je begrippenopdracht de begrippen bij deze paragraaf zijn: christendom, jodendom en paus
Huiswerk:
Lees de tekst van paragraaf 3.3 en maak de opdrachten van de methode t/m opdr 4