Les 8

Ontwikkelingspsychologie
Les 8 / leerjaar 1 / Periode 2 / laatste les voor de toets
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie
Les 8 / leerjaar 1 / Periode 2 / laatste les voor de toets

Slide 1 - Slide

Toets

Slide 2 - Slide

Herhaling theorie

Slide 3 - Slide

QUIZ TIME

Slide 4 - Slide

Wat betekend het woord 'Conformisme'?
A
Jezelf aanpassen aan de groep
B
Je eigen ideeën naleven binnen een groep

Slide 5 - Quiz

Wat is abstract denken precies?
A
Een grote fantasiewereld creëren en dat voor waar zien.
B
Wat je niet ziet, bestaat niet. Weg = weg.
C
Dingen die niet direct waarneembaar zijn toch goed in kunnen schatten.
D
Alle 3 de antwoorden zijn waar.

Slide 6 - Quiz

Een kleuter beseft wat goed en fout is
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Kleuters hebben weinig fantasie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Kleuters leren alleen op school
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Zelfbeeld betekent het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een te positief zelfbeeld heeft juist een negatief effect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Een kleuter leert zich socialer te gedragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

een volwassene gehoorzamen omdat deze een bepaalde positie heeft.
pas luisteren naar een volwassene als die zich persoonlijk heeft bewezen.
Tegen alle aardige volwassenen opkijken, omdat die veel meer kunnen en weten.
6 jaar
10 jaar
8 jaar

Slide 13 - Drag question

sociale ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling

persoonlijkheids

ontwikkeling

Een kind is te dik, wordt daarmee soms gepest

kinderen hebben volwaardige voeding nodig om te concentreren
kinderen die te dik zijn, hebben een laag zelfbeeld

Slide 14 - Drag question

Wat is grove motoriek?
A
tekenen
B
schrijven
C
rennen
D
knippen

Slide 15 - Quiz

Stelling 1: Veter strikken is fijne motoriek
Stelling 2: Een bal weg schoppen is fijne motoriek
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

Wat is geen kenmerk binnen de cognitieve ontwikkeling van kleuters?
A
Concreet denken
B
Taalontwikkeling in de richting van volledige zinnen maken?
C
Abstract denken
D
Fantasie

Slide 17 - Quiz

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 18 - Drag question

Wat is geen voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling van een kleuter?
A
De kleuter groeit steeds meer in de lengte
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer
C
De kleuter doet het gedrag van anderen na
D
Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling

Slide 19 - Quiz

Denken
Emotie beheersing
Sociale relaties & jezelf
Alles met het lichaam
Cognitief
Lichamelijk
Emotioneel
Sociaal & persoonlijk

Slide 20 - Drag question

Lichamelijk
Cognitief
Sociaal
Acceptatie van anderen
Zintuigelijke ontwikkeling
Omgaan met anderen
Taalontwikkeling
Ontwikkeling van denken
Motorische ontwikkeling

Slide 21 - Drag question

Welk speelgoed past bij een kind van 4 t/m 7 jaar?
2 antwoorden zijn juist
A
verkleedspullen
B
playstation
C
dokterspeelgoed
D
voetbaltafel

Slide 22 - Quiz

Wat is er WAAR over de ontwikkeling van de motoriek?
A
De grove motoriek ontwikkelt zich eerder dan de fijne motoriek
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich eerder dan de grove motoriek
C
Alle kinderen ontwikkelen zich op het gebied van motoriek even snel
D
Grove motoriek gaat om bewegingen van de handen en vingers

Slide 23 - Quiz

Wat hoort niet bij empathisch vermogen?
A
Inleven in anderen
B
begrijpen hoe een ander zich voelt
C
bewust zijn van eigen gedrag
D
elkaar met rust laten

Slide 24 - Quiz

Hoe komt het dat kleuters soms jokken?
A
Ze zijn heel stout
B
Ze hebben een grote fantasie
C
Ze kunnen nog niet zo goed praten
D
Ze willen niet gestraft worden

Slide 25 - Quiz

Schoolkinderen van 6 -12 kunnen de realiteit van fantasie goed onderscheiden.
A
Klopt!
B
Klopt niet!

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide