Waarheid Les 1 (B)

Waarheid Les 1 (B)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Waarheid Les 1 (B)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplan
1- Sociaal rondje
0-10
2- Terugpakken vorige les
10-12
3- Uitleg premodernisme, modernisme, postmodernisme.
12-25
2- Maken leerdoelen les 1
25-30
3- Emotienetwerken (praatopdracht in hele klas)
30-50


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vorige keer:

-> Wat is waarheid?
Is gras groen een waarheid? Leven nemen slecht een waarheid?
-> Welke definitie van waarheid hanteer je?
-> Wat zijn de  drie grote (historische) denkwijzen over waarheid?
Pre-modernisme
Modernisme
Post-modernisme

Slide 3 - Slide

Is gras groen? Piaget. Verhaal Alpen. Piaget's dochter vraagt; waarom is het gras groen? Piaget antwoord: omdat koeien groen gras lekkerder vinden dan paars gras. 
Of: gras is groen omdat groen een rustgevende kleur is (wijst op ontwerp)

Punt: perspectief!
Pre-modernisme

Deze denkwijze over waarheid was in het westen dominant vóór de Verlichting. Kenmerkend zijn de volgende ideeën over waarheid:
-> Waarheid  wordt door autoriteit gegeven 
(Filosofen, de bijbel)
-> De waarheid moet ons vooral een morele les leren
 (itt tot data verzamelen)
-> Als iets waar lijkt; is het waarschijnlijk waar.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Heidense filosofen geïnspireerd door de Heilige Geest.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De meeste moderne mensen denken niet pre-modernistisch. Probeer het pre-modernisme eens te verdedigen.
Ofwel: wat zou er goed of nuttig aan kunnen zijn?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Modernisme

Dit gedachtegoed ontstond in de Verlichting (niet te verwarren met modernisme als kunststroming die veel later ontstond).
Kenmerken:
-> Er zijn feiten en niet-feiten
-> Feiten moet je kunnen  bewijzen
-> Vooruitgangsgedachte (wetenschap)
-> De wereld is ordelijk, begrijpbaar
- Ratio voorop

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het modernisme heeft de wetenschappelijke revolutie op gang geholpen. Tegelijkertijd was dit alleen mogelijk door de christelijke ideeën van  een logisch en begrijpbaar universum die al veel ouder waren.


Slide 8 - Slide

Wetenschappelijk denken valt terug te leiden op enkele filosofen uit de oudheid.
Deze denkwijze van een begrijpbaar, ordelijk universum vond weerklank in de kerk en is door haar gepopulariseerd.
Via kloosters en later universiteiten heeft deze denkwijze body gegeven en vormde het fundament voor de wetenschappelijke revolutie in de Verlichting.
Denken we tegenwoordig modernistisch? 
Waarom wel/niet?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Post-Modernisme

Na WOII onstond het post-modernisme. Elke denkwijze is een reactie op die ervoor: de wetenschap had de mensheid verheven; maar in de 20e eeuw ook meer slachtoffers dan ooit tevoren als gevolg gehad. Daarnaast hadden de regimes van deze eeuw allemaal hun beroep op de wetenschap gedaan. 
Kenmerken:
-> Waarheid is  afhankelijk van je perspectief
-> Waarheid is dus subjectief (in modernisme: objectief)
-> Waarheid van de  ene kan onderdrukkend zijn voor  de andere
-> Emotie

Slide 10 - Slide

Geef er een voorbeeld bij.
Bijvoorbeeld het beschrijven van een snelwegongeluk vanuit divers perspectief.
Bespreek in je groepje:

-> Ben jij meer een modernistisch of  post-modernistisch denker?

-> Welke denkwijze vind je beter?

-> Bedenk hoe je het post-modernisme met een argument aanvallen en met een ander verdedigen.
(Bv: bedenk een voorbeeld waarin de waarheid subjectief  blijkt)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Maak nu de leerdoelen uit les 1:

1. Lees de theorie uit deze les eens door. Verzin daarna je eigen definitie van het woord ‘waarheid’.
2. Beschrijf de drie grote denkwijzen voor waarheid en benoem de kenmerken hierbij:
A/ Pre-modernisme (2 kenmerken)
B/ Modernisme (3)
C/ Post-modernisme (3)
3. Stelling: 'de drie denkwijzen kunnen niet samengaan'. 
Reageer hierop en betrek het op jezelf. Onderbouw je reactie met een voorbeeld en gebruik drie regels.



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Emotienetwerken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions