Welzijn volwassenen en ouderen

Welzijn volwassenen en ouderen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Welzijn volwassenen en ouderen

Slide 1 - Slide

Jill is 23 jaar oud, in welke doelgroep valt zij?
A
Jongvolwassenen
B
Kinderen
C
Ouderen
D
Volwassenen

Slide 2 - Quiz

Waar zorgt e cognitieve ontwikkeling voor bij volwassenen?
A
Een volwassene doet geen nieuwe kennis of vaardigheden op.
B
Een volwassene krijgt een beter geheugen
C
een volwassene neemt minder snel informatie op
D
Een volwassene neemt sneller informatie op

Slide 3 - Quiz

Wat houdt dementie in?
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:
A
Het spier- en zenuwstelsel beinvloeden
B
Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
C
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
D
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.

Slide 4 - Quiz

1. Mensen in de dagbesteding krijgen altijd begeleiding.
2. In het weekend is er geen dagbesteding
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 5 - Quiz

Welk doel van de dagbesteding is een doel voor ouderen, maar geen doel voor volwassenen?
A
Contacten opdoen
B
Verminderen van eenzaamheid
C
Opvang bieden
D
Structuur in de dag brengen

Slide 6 - Quiz

Maurice zit op de dagbesteding en dagbesteding veel oudere voelt zich daar niet helemaal thuis. Er zitten oudere mensen die gewend zijn om na het eten een middagslaapje te doen. Sommige mensen slapen wel 2 uur en Maurice moet dan stil zijn. Ook wordt er tussen de middag warm gegeten, Maurice is gewend om dit 's avonds te doen. Waarin verschillende en ouderen en Maurice?
A
Dagbesteding
B
Gewoonte
C
Leefstijl
D
Structuur

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de overdracht van kennis, waarden en normen tussen verschillende mensen binnen een samenleving?
A
Cultuur
B
Gewoonte
C
Rituelen
D
Traditie

Slide 8 - Quiz

Een vriend van jou is Joods, en komt vanavond eten. Waarmee moet je rekening houden?
A
Hij eet geen rundvlees, omdat volgens hen de koe een heilig dier is.
B
Je mag geen varkensvlees eten en het vlees dat je eet moet ritueel geslacht zijn.
C
Producten van een kip mogen absoluut niet verwerkt zijn in het eten
D
Tijdens het koken mag vlees of gevogelte niet in aanraking komen met zuivelproducten

Slide 9 - Quiz

Erik heeft moeite met de computer te werken, hij wil hier graag beter in worden. Welke activiteiten raadt jij aan?
A
(Re) creatieve activiteiten
B
Arbeidsmatige activiteiten
C
Educatieve activiteiten
D
Zelfzorgactivteiten

Slide 10 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij 'Zelfregie'?
A
Het vermogen van iemand om zichzelf te redden
B
Je vindt jezelf waardevol, los van wat anderen daarvan vinden
C
Men gaat zelfstandig door het leven, hij of zij weet zichzelf te redden
D
Mensen gaan zelf op zoek naar oplossingen van hun probleem

Slide 11 - Quiz

Hoe stimuleer je zelfredzaamheid van ouderen?
A
Door de juiste hulpmiddelen aan te bieden
B
Door ouderen te stimuleren tempo te maken
C
Door eenvoudige taal te gebruiken
D
Door ouderen weinig hulp aan te bieden

Slide 12 - Quiz

Welk begrip past bij de omschrijving: "het gevoel dat je nodig hebt om aan iets te beginnen en dat ook af te maken"?
A
Eigenwaarde
B
Motivatie
C
Zelfredzaamheid
D
Zelfregie

Slide 13 - Quiz

Welke uitspraak over het sociale netwerk van een cliënt is juist?
A
Een sociaal netwerk bestaat uit familieleden
B
Elke cliënt heeft een sociaal netwerk
C
Sociaal netwerk heeft niets te maken met de sociale ondersteuning
D
Een sociaal netwerk kan helpen bij zaken die een cliënt niet zo goed kan.

Slide 14 - Quiz

Meneer Jansen was bang om te slapen omdat hij een paar keer uit bed is gevallen. Hij heeft blauwe plekken en kan lastig overeind komen. De thuiszorg heeft rekjes aan zijn bed bevestigd, zodat hij niet meer kan vallen. Welk soort veiligheid is dit?
A
Fysieke veiligheid
B
Huiselijke veiligheid
C
Mentale veiligheid
D
Sociale veiligheid

Slide 15 - Quiz