TAALVERZORGING 3 / werkwoordspelling

TAALVERZORGING 3

Werkwoordspelling
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBO

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TAALVERZORGING 3

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide



De uitleg in deze Lessonup hoort bij:

Taalverzorging
2.1 t/m 2.5 werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Wat leer je vandaag:

  • Na deze les kun je werkwoorden op de juiste wijze vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Na deze les kun je werkwoorden op de juiste wijze vervoegen in de verleden tijd.
  • Na deze les kun jehet voltooid deelwoord spellen en herkennen als deze bijvoeglijk gebruikt wordt.

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling ... het gedoe met de d'tjes en t'jes.

Slide 4 - Slide

Waarom is (werkwoord)spelling belangrijk?
- Goed spellen zorgt voor duidelijkheid en begrip;
- Goed spellen zorgt voor een professionele uitstraling in communicatie met anderen;
- Goed spellen zorgt voor een serieuze uitstraling.
Correcte (werkwoord)spelling is een cruciaal onderdeel van correcte en professionele communicatie!

Slide 5 - Slide

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Slide 6 - Slide

Werkwoordspelling tt (schema)

Slide 7 - Slide

Uitspraakverwarring voorkomen

Slide 8 - Slide

Twee uitzonderingen!

Slide 9 - Slide

Jij-vorm in een vraagzin

Slide 10 - Slide

Samenvattend:
Word ook een spelkoning!

Slide 11 - Slide

Wij stellen het op prijs als je zijn toets zo spoedig mogelijk beoordeel_ .
A
D
B
T
C
DT

Slide 12 - Quiz

De student studeer_ hard voor zijn diploma.
A
T
B
D
C
DT

Slide 13 - Quiz

Vin_ je het een probleem om die toets nog even uit te stellen?
A
D
B
DT
C
T

Slide 14 - Quiz

Wij vertrouwen erop dat u zijn cijfer goed bereken_.
A
D
B
T
C
DT

Slide 15 - Quiz

Wie de nieuwe teamleider wor_, is nog onduidelijk.
A
D
B
T
C
DT

Slide 16 - Quiz

Wanneer beantwoor_ jij die e-mail?
A
D
B
T
C
DT

Slide 17 - Quiz

Wor_ je manager ook geïnterviewd door die journalist?
A
D
B
T
C
DT

Slide 18 - Quiz

Vin_ jij Nederlands ook zo'n stom vak?
A
D
B
DT

Slide 19 - Quiz

De patiënt mel_ zich bij de balie.
A
D
B
T
C
DT

Slide 20 - Quiz

Door die val bloe_ zijn neus
A
T
B
D
C
DT

Slide 21 - Quiz

Bestel_ zij weleens iets bij Bol.com?
A
DT
B
T

Slide 22 - Quiz

Mijn docent vin_ het fijn als ik inzet toon.
A
D
B
T
C
DT

Slide 23 - Quiz

Werkwoordspelling verleden tijd

Slide 24 - Slide

Vervoegen van zwakke werkwoorden in de vt
'T SEXY FOKSCHAAP

Slide 25 - Slide

Twee uitzonderingen
'T SEXY FOKSCHAAP
Proeven > -en eraf > proev > V staat niet in 'T SEXY FOKSCHAAP > vervoegen met een d.
>>> ik proefde / wij proefden

Verbazen > -en eraf > verbaaz > Z staat niet in 'T SEXY FOKSCHAAP > vervoegen met een d.
>>> ik verbaasde / wij verbaasden

Bij werken met een V of Z kijk je naar de oorspronkelijke letter voor het bepalen van een -t of -d in de verleden tijd! Na het bepalen plaats je de F of de S.

Slide 26 - Slide

Drie collega’s mel_en zich vorige week bij de directie om daar vragen over te stellen.
A
D
B
DD

Slide 27 - Quiz

Het nakijken van alle toetsen kos_e hem heel veel tijd.
A
T
B
TT

Slide 28 - Quiz

Gisteren pra_en die leerlingen de problemen met hun docent uit.
A
Praten
B
Praatten
C
Praatte

Slide 29 - Quiz

Vroeger fiets_ ik altijd naar school
A
TE
B
DE

Slide 30 - Quiz

Hij wandel_ helemaal van Nijmegen naar Arnhem.
A
TE
B
DE

Slide 31 - Quiz

Voltooid deelwoord

Slide 32 - Slide

Voltooid deelwoord

Slide 33 - Slide

Voltooid deelwoord

Slide 34 - Slide

Voltooid deelwoord; d of ? 
'T SEXY FOKSCHAAP

Slide 35 - Slide

Voltooid deelwoord; d of ? 
'T SEXY FOKSCHAAP

Slide 36 - Slide

Vul het voltooid deelwoord in:

Mijn lievelingsglas is ... [ breken ].

Slide 37 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:

Mijn vriendin is gisteren ... [ verhuizen ].

Slide 38 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:

Ik heb zeventien studenten in het lokaal ... [ tellen ].

Slide 39 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:

We hebben gisteren hard ... [ werken ].

Slide 40 - Open question

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 41 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 42 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 43 - Slide

Het ... schip.
A
gestrande
B
gestrandde

Slide 44 - Quiz

De ... brief.
A
gepostte
B
geposte

Slide 45 - Quiz

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Wat is de juiste vorm?

De ... afstand [ lopen ].

Slide 46 - Open question

Wat heb je vandaag geleerd:

  • Je kunt werkwoorden op de juiste wijze vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Je kunt werkwoorden op de juiste wijze vervoegen in de verleden tijd.
  • Je kunt het voltooid deelwoord spellen en herkennen als deze bijvoeglijk gebruikt wordt.

Slide 47 - Slide



De uitleg in deze Lessonup hoort bij:

Taalverzorging
2.1 t/m 2.5 werkwoordspelling

Slide 48 - Slide