MASSAMEDIA: herhaling H2 met Kahoot

Massamedia

H2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Massamedia

H2

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
1. Check-in: hoe zit je erbij? Welke            successen? 
2. Herhalen begrippen H2:                             Mediapluriformiteit
3. Samen oefenen
4. Kahoot! 

Slide 2 - Slide

Mediawet - Regels en Geld
De overheid probeert met regels ervoor te zorgen dat de omroepen die er zijn bijdragen aan de ontwikkeling van de samenleving. Juist verschillen! 

Doel van de Mediawet = dat mensen elkaar begrijpen, elkaar verdragen ondanks dat er veel culturele verschillen zijn! 


Slide 3 - Slide

Mediawet - Regels en Geld
De overheid wil in de media:

1. Persvrijheid (grondrecht)
2. Mediapluriformiteit


Slide 4 - Slide



Zie je het? 

 Op deze foto kun je pluriformiteit
herkennen. Leg dit uit. 

Slide 5 - Slide

Alles kunnen zeggen wat je wilt
In Nederland hebben de burgers rechten: Alle dingen die jij mag doen of mag hebben.
Deze rechten staan in de 
Grondwet.

Slide 6 - Slide

Persvrijheid
De media in ons land mogen bijna alles zeggen of schrijven wat ze willen.  Je mag dit niet blokkeren. 
In sommige landen is er censuur: berichten en artikelen van journalisten worden vooraf gecontroleerd door de overheid.

Slide 7 - Slide

Publieke omroepen
  • Krijgen inkomsten van: de STER (reclame), hun leden en de   overheid
  • Er gelden (strenge) regels die zijn opgesteld door de regering   over bijvoorbeeld: reclame, inhoud, afwisseling. Reclames zijn er alleen voor en na de programma's. 
  • Zenden uit via NPO1 t/m NPO3, en NPO Radio 1 t/m NPO     Radio   6


Slide 8 - Slide

Publieke zenders
Publieke omroepen

Slide 9 - Slide

Commerciële zenders
  • Krijgen geen geld van de overheid.
  • Inkomsten via reclame, ook tijdens de programma's.
  • Inkomsten via abonnementen of advertenties. 
  • Letten vooral op de kijkcijfers bij het bepalen van hun     aanbod.
  • Moeten zich aan minder regels houden.

Slide 10 - Slide

Commerciele omroepen

Slide 11 - Slide

Regionale zenders en omroepen: 

Zenders voor een regio/stad.

Geld komt van reclame en  subsidie van de overheid

 

Slide 12 - Slide

Internationale zenders en omroepen 

Programma's voor meer landen tegelijk (CNN, Discovery Channel, National Geographic)

Slide 13 - Slide

Techreuzen??
Google

                         Apple

                                                Facebook

                                                                                  ???

Slide 14 - Slide

Jongerenzender
Familiezender
Mannenzender
Vrouwenzender
3 op reis
Ladies Night
Hart van Nederland
Stop! Politie

Slide 15 - Drag question

Volwassen en senioren
Vrouwen
Volwassenen
Volwassen en kinderen
Jinek
The big bang theory
Say yes to the dress
De wereld draait door

Slide 16 - Drag question

Commercieel
Publiek
Allebei
Krijgen geld van de overheid.
Krijgen inkomsten uit reclamegeld.
Maken winst.
Moeten zich houden aan de regels van de overheid.
Onderbreken programma's voor reclame.
Zenden vooral amusement uit.
Willen hoge kijkcijfers.

Slide 17 - Drag question

Doelgroep: een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken

Slide 18 - Slide

Inhoud: waar geeft het medium aandacht aan? Waar gaat het over? 

Slide 19 - Slide

Vorm: hoe wordt het medium aangeboden? Welk middel wordt er gebruikt? Is het gratis of niet? 

Slide 20 - Slide

Omschrijf de doelgroep, inhoud en vorm van de Volkskrant:

Slide 21 - Open question

TikTok
D/I/V?

Slide 22 - Open question

In welk rijtje staan alleen publieke omroepen?
A
SBS, RTL4, Qmusic
B
Radio538, 3FM, Slam
C
KRO, NCRV, Skyradio
D
VARA, EO, TROS

Slide 23 - Quiz

5. Commerciële omroepen hebben als doel om geld te verdienen. Een voorbeeld van een commerciële omroep is:
A
de VARA.
B
de KRO.
C
RTL.
D
de TROS.

Slide 24 - Quiz

7. Er zijn commerciële omroepen en publieke omroepen. Wat is het belangrijkste verschil?

Publieke omroepen:
A
hebben als doel geld te verdienen.
B
krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten.
C
ontvangen geld van de overheid.
D
zenden geen reclame uit.

Slide 25 - Quiz

Volgende keer
Herhaling H3 Nieuwsvoorziening

Slide 27 - Slide