Delend lidwoord + prendre

Bonjour & bienvenue 
H2D
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour & bienvenue 
H2D

Slide 1 - Slide

Planning
Aller + futur proche 
Delend lidwoord
Prendre

Slide 2 - Slide

Aller
Je
vais
Tu
vas
Il / Elle / On 
va
Nous 
allons
Vous 
allez
Ils 
vont 

Slide 3 - Slide

futur proche

Slide 4 - Slide

FUTUR PROCHE

Slide 5 - Slide

futur proche: hij gaat werken
A
il va travailler
B
il vas travailler
C
il travaille
D
il vais travailler

Slide 6 - Quiz

futur proche - nous- parler
A
Nous allons parler
B
Nous avons parlé
C
nous parlons
D
Nous sommes parler

Slide 7 - Quiz

Welke lidwoorden
ken je in het Frans?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Apprendre 5: het delend lidwoord 
Gebruik: 
Als er in het Nederlands géén lidwoord voor het zelfstandig naamwoord staat, krijg je in het Frans een delend lidwoord. 
BV: Zij eet salade  - Elle mange de la salade. 

Vormen delend lidwoord: 
mannelijk:                   DU
vrouwelijk:                  DE LA
klinker/stomme h:   DE L'
meervoud:                  DES

Slide 10 - Slide



Na een ontkenning:
Dan gebruik je in het Frans:

Na een hoeveelheidswoord:
Dan gebruik je in het Frans:


de
d'


de
d'
Het delend lidwoord verandert alleen :

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het stappenplan voor het delend lidwoord

Stap 1: Ontkenning of hoeveelheidswoord? --> de / d'
Stap 2: Meervoud? --> des
Stap 3: Enkelvoud klinker/stomme 'h' --> de l'
Stap 4: Vrouwelijk? --> de la
Stap 5: Mannelijk? --> du

Slide 14 - Slide

Vous êtes prêts ?
Nu volgen een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.
Bonne chance !

Slide 15 - Slide

Tu veux ... coca ?

Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 16 - Quiz

Non, je ne veux pas ... coca
A
du
B
de la
C
d'
D
de

Slide 17 - Quiz

Wat is de vertaling van 'veel'
A
beaucoup
B
souvent
C
plusieurs
D
parfois

Slide 18 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een beetje'
A
un petit
B
un peu
C
une bête
D
un grand

Slide 19 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een kilo sinaasappels'
A
un kilo de rouges
B
un kilo de jaunes
C
un kilo d'oranges
D
un kilo de bleus

Slide 20 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een glas cola'
A
une glace de coca
B
une tasse de coca
C
un peu de coca
D
un verre de coca

Slide 21 - Quiz

Vertaal 'ik eet geen vlees'
A
Je ne mange pas du viande.
B
Je ne mange pas des viande.
C
Je ne mange pas de viande.
D
Je ne mange pas d' viande.

Slide 22 - Quiz

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 23 - Drag question

On continue avec le verbe irrégulier 'prendre'

Apprendre 3

Slide 24 - Slide

Vous êtes prêts ?
Nu volgen er weer een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.
Bonne chance !

Slide 25 - Slide

Vervoeg in de présent:
Mon frère ... (prendre) toujours le bus.
A
prennent
B
prend
C
prends
D
prenons

Slide 26 - Quiz

Vervoeg in de présent:

Vous ... (prendre) le taxi.
A
prends
B
prenez
C
prennent
D
prend

Slide 27 - Quiz

Vervoeg in de présent:
Mes parents ne ... (prendre) pas de gâteau (=taart).
A
prennent
B
prenez
C
prends
D
prenons

Slide 28 - Quiz

Au travail!

Grammaire 2
Opdracht 16 A t/m D
Blz. 60

Slide 29 - Slide

À la prochaine !
Volgende week maandag: 27-09-2021
Maken: 16 A,B, C en D
Leren: apprendre 1 t/m 5
Volgende week dinsdag  28-09-2021
SO over apprendre 1 t/m 5

Slide 30 - Slide

Oefenen met het delend lidwoord

Ga naar :  www.oefenplein.nl
-> voortgezet onderwijs
-> Frans
-> delend lidwoord




Slide 31 - Slide