In een vergelijking staan twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken: het object en het beeld.
Het object en het beeld worden beide genoemd en met elkaar verbonden.
Voorbeeld
- Je kamer lijkt wel een slagveld. Kamer is het object, het slagveld is het beeld.
- De vijand kwam als een dief in de nacht. Als is het verbindingswoord.
Verbindingswoorden vergelijking
....als, lijkt wel, is net, een...van een.....