Kennismaken met wiskunde
1 / 44
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Waar denk je aan bij wiskunde?
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
Hoe denk jij over wiskunde?
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Poll
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Gebruik de inhoudsopgave op bladzijde 6 en 7.
Hoeveel hoofdstukken heeft dit wiskundeboek?
Hoeveel hoofdstukken heeft dit wiskundeboek?
A
4
B
5
C
7
D
8
Slide 23 - Quiz
Wat is de titel van hoofdstuk 4?
A
Getallen
B
Assenstelsel en grafieken
C
Lijnen en hoeken
D
Meten
Slide 24 - Quiz
Hoofdstuk 1 heeft 8 paragrafen.
Hoeveel paragrafen heeft hoofdstuk 2?
Hoeveel paragrafen heeft hoofdstuk 2?
A
6
B
7
C
10
D
12
Slide 25 - Quiz
In welke paragraaf van hoofdstuk 1 vind je informatie over cirkels?
Slide 26 - Open question
De eerste paragraaf van elk hoofdstuk is VOORKENNIS.
Hoeveel opgaven heeft de voorkennis van H2?
Hoeveel opgaven heeft de voorkennis van H2?
Slide 27 - Open question
Wat betekent de O voor een opgave?
A
open opgave
B
oriënterende opgave
C
onthoud opgave
D
online opgave
Slide 28 - Quiz
Op welke bladzijde staat de oriënterende opgave van paragraaf 1.3?
A
26
B
27
C
28
D
29
Slide 29 - Quiz
Een opgave met een A is een afsluitende opgave.
Welke beweringen zijn juist?
Welke beweringen zijn juist?
A
Een afsluitende opgave moet je extra goed oefenen voor de toets.
B
Een afsluitende opgave is extra belangrijk om te begrijpen.
C
Een afsluitende opgave sluit een onderwerp af.
D
Een afsluitende opgave is het soort opgaven dat je op een toets kunt verwachten.
Slide 30 - Quiz
Opgave 43 op bladzijde 93 is een AFSLUITENDE opgave.
Welke theorie wordt met die opgave afgesloten?
Welke theorie wordt met die opgave afgesloten?
A
Optellen en aftrekken met negatieve getallen.
B
Een positief getal optellen
C
Een negatief getal optellen.
D
Een positief getal aftrekken.
Slide 31 - Quiz
Sommige opgaven heb je nodig voor de kaderberoepsgerichte leerweg. Je herkent ze aan de letter K en een grijze lijn voor de opgave.
Welke opgaven uit paragraaf 4.5 zijn voor de kaderberoepsgerichte leerweg?
Welke opgaven uit paragraaf 4.5 zijn voor de kaderberoepsgerichte leerweg?
A
86 en L12
B
85 en L11
C
85 en 86
D
L11 en L12
Slide 32 - Quiz
Wat betekent de L?
A
Leerdoelen
B
Lange som
C
Leerdoelencheck
D
Leerling
Slide 33 - Quiz
Theorie:
Bekijk theorie C op bladzijde 176.
Hoe heet theorie C?
Bekijk theorie C op bladzijde 176.
Hoe heet theorie C?
A
GPS-coördinaten
B
Volgorde
C
Getallen
D
Delers, veelvouden, even en oneven
Slide 34 - Quiz
Voorbereiding toets:
Hoeveel opgaven heeft de D-toets van hoofdstuk 3?
Hoeveel opgaven heeft de D-toets van hoofdstuk 3?
A
3
B
5
C
6
D
7
Slide 35 - Quiz
In de HERHALING krijg je hulp als je een fout in de D-toets hebt gemaakt.
Kijk naar de D-toets van H3. Welke herhalingsopgave(n) kun je maken als je opgave 5 fout hebt?
A
3
B
5
C
6
D
7
Slide 36 - Quiz
In de HERHALING krijg je hulp als je een fout in de D-toets hebt gemaakt.
Kijk naar de D-toets van H3. Welke herhalingsopgave(n) kun je maken als je opgave 5 fout hebt?
Kijk naar de D-toets van H3. Welke herhalingsopgave(n) kun je maken als je opgave 5 fout hebt?
Slide 37 - Open question
Welke stelling is juist?
A
Alleen door goed na te kijken, ontdek je jouw fouten.
B
Van jouw fouten leer je.
C
Fouten zijn er om te verbeteren.
D
Fouten zijn het bewijs dat je probeert!
