Grondsoorten in Nederland

Grondsoorten in Nederland
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

De grond in Nederland lijkt misschien overal hetzelfde. Toch is dat niet zo. Graaf je dieper, dan ontdek je dat de bodem onder ieder landschap net weer anders in elkaar zit. En dat elke grondsoort zijn eigen verhaal heeft. In deze lessenserie leren de leerlingen er alles over!

Items in this lesson

Grondsoorten in Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

.
Dit weet ik al!
timer
3:00

Graven!

Wat kom je tegen als je een heel diep gat gaat graven in de grond?
Schrijf dit op in jouw vak van het placemat.
Klaar? Bespreek het met je groepje en schrijf in het middelste vak op wat jullie hebben opgeschreven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eigen leervragen
Wat wil jij graag weten over de grondsoorten in Nederland? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie

Na deze les:
  • weet ik wat de belangrijkste grondsoorten in Nederland zijn.
  • weet ik hoe de belangrijkste grondsoorten in Nederland eruitzien, hoe ze voelen en hoe ze zijn ontstaan.

Dit ga je leren
Woordenschat

  • Na deze les begrijp ik de moeilijke woorden die met de grondsoorten van Nederland te maken hebben. 
Taal

  • Na deze les kan ik mij verdiepen in een grondsoort en deze informatie delen met anderen.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet kent geel. Arceer in ieder geval:

  • de grondsoort
  • het landschap
  • vloed
  • eb
  • vormen
  • de stroming
  • overstroomt
  • de ijstijd
  • de gletsjer
  • het moeras

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
vloed
de vloed
Als de zee ver over het strand spoelt.
Het is vloed, het water komt tot de muur.
de eb
Als de zee op het strand verder wegtrekt.
Het is eb, daardoor kan ik goed op het strand lopen.
eb

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga op zoek naar de betekenis van de woorden die jij had gearceerd. De hulpkaart kan je hierbij helpen. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
..
.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
De bodem is in Nederland overal hetzelfde.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ontstaat zeeklei? 
Sleep de zinnen in de goede volgorde.

Heb jij de tekst goed begrepen?
1
2
3
4
5
Zand- en slibdeeltjes zakken naar de bodem.
Het wordt eb.
Het wordt vloed.
Er wordt nieuw land gevormd.
De zee neemt zand- en slibdeeltjes mee.

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Welke kleur heeft rivierklei?
Er zijn twee antwoorden goed.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Löss voelt lekker zacht, als heel fijn zand.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort bij het ontstaan van keileem?
Sleep het juiste woord naar de keileem.

Heb jij de tekst goed begrepen?
keileem
moeras
gletsjer
plantenresten
overstroming

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Wat betekent het verweren van stenen?
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?
A
Dat betekent dat door kou, plantengroei en water hele kleine stukjes van die stenen afslijten.
B
Dat betekent dat door regen, harde wind en sneeuw stenen verplaatst worden van zee naar land.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Veen stinkt naar rotte eieren.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Iedereen in de klas krijgt een nummer (1 t/m 6). 

Alle nummers 1 gaan samen op zoek naar meer informatie over zeeklei.
Alle nummers 2 gaan samen op zoek naar meer informatie over rivierklei.
Alle nummers 3 gaan samen op zoek naar meer informatie over löss.
Alle nummers 4 gaan samen op zoek naar meer informatie over keileem.
Alle nummers 5 gaan samen op zoek naar meer informatie over zand.
Alle nummers 6 gaan samen op zoek naar meer informatie over veen.

Klaar? Dan maakt de juf/meester groepjes waarbij van ieder nummer één iemand in het groepje zit. Je gaat je informatie delen met de anderen en luistert naar je klasgenoten. Hoe? Kijk op de volgende slide.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
timer
20:00
Ga met je groepje op zoek naar meer informatie over jullie grondsoort. Klaar? Let bij het delen en luisteren dan op de volgende punten!
Spreken
Ik vertel informatie over mijn grondsoort.
Ik gebruik waar nodig hulpmiddelen zoals een afbeelding of een spiekbriefje. 
Ik praat rustig en duidelijk.
Ik geef de anderen de tijd om vragen te stellen.
Mijn uitleg duurt niet langer dan 2 minuten.

Luisteren
Ik laat de spreker uitpraten.
Ik schrijf belangrijke informatie op.
Ik stel vragen aan de spreker.
Checklist

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vertellen maar!
Vertel je klasgenoten wat je hebt geleerd van de andere kinderen uit je groepje. Draai aan het rad en beantwoord de vraag.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie

  • Weet jij nu wat de belangrijkste grondsoorten in Nederland zijn?
  • Weet jij nu hoe de belangrijkste grondsoorten in Nederland eruitzien, hoe ze voelen en hoe ze zijn ontstaan?

Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat

  • Begrijp jij de moeilijke woorden die met de grondsoorten van Nederland te maken hebben?
Taal

  • Hoe heb jij je verdiept in een grondsoort?
  • Hoe ging het delen van de informatie met anderen?
Heb jij de lesdoelen behaald, vind je?

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions