Theme 1-4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hello Hello class 2!

Today

• - Speaking: ex. 29
  
• - Writing book: irregular verbs 1-10
  
• - Past simple (bevestigend regelm / onregelm.)

p. 47. Use Theme words -Holiday activities

Past simple

Past Simple

De verleden tijd noemen we in de Engelse taal de past simple.

 

•  Wanneer gebruik je de past simple?
• Hoe maak je de past simple?
• Uitzonderingen van de past simple

Past Simple

1. Wanneer gebruik je de past simple?

2. Hoe maak je de past simple: regular?

3. Hoe maak je de past simple: irregular?

Past Simple

1. Wanneer gebruik je de past simple?

Je gebruikt de ''past simple'' om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link nu. 

Past Simple

2. Hoe maak je de past simple: regular verbs (regelmatige werkwoorden)? 

Je voeg -(e)d aan het werk woord 

ww+ed

I played football.  She opened her book. They visited Rome. 

 RWW Spelling

- Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:

I live - I lived

you move - you moved

- In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:

I drop - I dropped

they plan - they planned

 RWW Spelling

Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:

I carry- I carried

you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:

I play - I played

Past Simple of
''to work''?

Past Simple of
''to want''?

Past Simple of
''to like''?

Past Simple of
''to study'?

I _____ (to change) my flight yesterday.

The boys _____ (to call) the police last week.

Past Simple

3. Hoe maak je de past simple: irregular?

Bij onregelmatige werkwoorden verandert de vorm van het werkwoord. Zo wordt bijvoorbeeld

go-went, eat-ate, buy- bought 

We went to the cinema. 

I ate a sandwich yesterday. 

He bought a new car. 

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e rij. (blz. 213-214)

see - saw - seen

come - came - come

Look at page 213-214. Write past simple of ''to have''?

Look at page 213-214. Write past simple of ''to have''?

Look at page 213-214. Write past simple of ''to meet''?

Look at page 213-214. Write past simple of ''to sleep''?

Look at page 213-214. Write past simple of ''to swim''?

Look at page 213-214. Write past simple of ''to buy''?

She _____ (to write)a letter to her parents.

I _____ (to spend) all my money.

They _____ (to begin) to sing my favourite song.

Well done!

• Do ex. 31 + 32c (p 48-49)
  
• Study irr.verbs 1-15 (blz. 213)

I can use present simple.

😒🙁😐🙂😃

Bye Bye!