DANIEL 3 Het gouden beeld.
27 Van mij is een bevel gegeven, dat men in de ganse heerschappij mijns koninkrijks beve en siddere voor het aangezicht van den God van Daniël;
want Hij is de levende God, en bestendig in eeuwigheden, en Zijn koninkrijk
is niet verderfelijk, en Zijn heerschappij is tot het einde toe.
28 Hij verlost en redt, en Hij doet tekenen en wonderen in den hemel en op
de aarde; Die heeft Daniël uit het geweld der leeuwen verlost.