paragraag 2.3 in beweging

Wat gaan we doen deze les
  • herhaling paragraaf 1 en 2
  • uitleg beenverbindingen en gewrichten
  • opdrachten maken/ poster maken
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen deze les
  • herhaling paragraaf 1 en 2
  • uitleg beenverbindingen en gewrichten
  • opdrachten maken/ poster maken

Slide 1 - Slide

HERHALEN = KEY!
HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, HERHALEN, 

Slide 2 - Slide

Welk mineraal speelt een belangrijke rol bij de opbouw van botten?
A
Magnesium
B
Calcium
C
Bicarbonaat
D
Kalium

Slide 3 - Quiz

Waarom is beenvlies zo belangrijk?
A
Dit zorgt voor groei
B
Dit zorg voor herstel na een botbreuk
C
Dit zorgt voor stabiliteit
D
Dit geeft bescherming

Slide 4 - Quiz

Wat is zo handig aan de dubbele S-vorm van de wervelkolom?
A
Dan is het extra stevig
B
Dan is het langer
C
Dan sta je rechter
D
Dan kan het een beetje veren / buigen

Slide 5 - Quiz

Wie weet het?
Welke botten blijven je hele leven uit kraakbeen bestaan
A
Botten in je neus
B
Botten in je oorschelp
C
Botten in je handen
D
Botten in je voeten

Slide 6 - Quiz

Welk nummer geeft je sleutelbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 7 - Quiz

Welke botten komen voor in het been?
A
opperarmbeen en kuitbeen
B
ellepijp en dijbeen
C
kuitbeen en scheenbeen
D
ellepijp en spaakbeen

Slide 8 - Quiz

Een hernia is
A
zenuwen die klem komen te zitten
B
bloedvaten die klem komen te zitten
C
Spieren die klem komen te zitten
D
Wervels die kapot zijn

Slide 9 - Quiz

Heeft de rug van deze jongen een dubbele-S-vorm?
A
Ja
B
Nee
C
De rug heeft nooit een dubbele-S-vorm

Slide 10 - Quiz

Geel beenmerg
A
Zitten witte bloedcellen opgeslagen
B
Zit vet opgeslagen
C
Zitten rode bloedcellen opgeslagen
D
Zit beenvlies opgeslagen

Slide 11 - Quiz

Wat is er stuk bij een hernia?
A
Het ruggenmerg
B
De rugspieren
C
De wervel
D
De tussenwervelschijf

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je armen en benen ook wel?
A
Botten
B
Ledematen
C
Handen en voeten

Slide 13 - Quiz

zonder lijmstof....
A
breken je botten sneller
B
buigen je botten beter
C
vallen je botten uit elkaar
D
heb je geen botten

Slide 14 - Quiz

15 Welk van de volgende botten hoort NIET bij je been?
A
Dijbeen.
B
Scheenbeen.
C
Spaakbeen.

Slide 15 - Quiz

2.3 in beweging

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

boek blz 86

Slide 18 - Slide

Beenverbindingen
Botten zitten op vier verschillende manieren aan elkaar:

- Een naadverbinding
- Een vergroeiing
- Een gewricht
- Een kraakbeenverbinding 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

boek blz 87

Slide 24 - Slide

gewrichtsbanden

Slide 25 - Slide

boek blz 88

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Het kniegewricht

Slide 30 - Slide

opdrachten maken
zie planner

Slide 31 - Slide

Wat gaan we doen deze les
herhalen paragraaf 3 eerste gedeelte
uitleg spieren

Slide 32 - Slide

Bij welke vorm van bot verbinding is een klein beetje beweging mogelijk?
A
Naad
B
Kraakbeen
C
Gewricht
D
Vergroeid

Slide 33 - Quiz

Hoe heet de verbinding
tussen bot 1, 2, 3 & 4?
A
Gewricht
B
Kraakbeen
C
Vergroeid
D
Naad

Slide 34 - Quiz

Welke gewricht hoort waar?
Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharnier-gewricht

Slide 35 - Drag question

rolgewricht 
scharnier gewricht
kogel gewricht
eivormig gewricht
Zadelgewricht

Slide 36 - Drag question

Sleep de beenverbinding naar de juiste beenderen
Twee teenkootjes
De wervels van het heiligbeen
Het heupbeen en het dijbeen
Ribben en het borstbeen
Gewricht
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen

Slide 37 - Drag question

Het onderdeel van het gewricht wat zorgt voor extra stevigheid is...
A
De gewrichtskom
B
De gewrichtsband
C
Het gewrichtskapsel
D
Het gewrichtssmeer

Slide 38 - Quiz

Het gewricht tussen je schouderblad en je opperarmbeen heet
A
Rolgewricht
B
Scharniergewricht
C
Kogelgewricht
D
Draaigewricht

Slide 39 - Quiz

De meniscussen op je kuitbeen zijn...
A
Gewrichtsknobbels
B
Gewrichtskommen

Slide 40 - Quiz

Beenverbindingen
Gewricht
Naadverbinding
Vergroeid
Kraakbeen verbinding

Slide 41 - Drag question

spieren
waarvoor heb je spieren?
wat zijn spieren?

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Slide




Antagonisten

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

opdrachten maken
zie planner

Slide 47 - Slide