Les verbes de -er

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

SALUT !

-Ga op je plek zitten

-Doe je jas uit

-Leg je boek op tafel

-Log in op de LessonUp

-Kijk naar de docent

Toetsweektoets : week van 25 juni

Qu'est-ce que nous avons fait

-Bezittelijk voornaamwoord

-Futur proche

-Vraagwoorden

b.socrative.com

1. Maak de socrative

Waar kan je hulp vinden:

-Futur proche p. 81

-Vraagwoorden p. 81

-Bezittelijk vnmw p. 163

2. Kies een van de onderwerpen en maak de Blooket er over

Bezittelijk voornaamwoord: https://play.blooket.com/play?hwId=665987718ad37dcd84106625

Vraagwoorden:  https://play.blooket.com/play?hwId=665987df8ad37dcd84106a0d

Futur proche:  https://play.blooket.com/play?hwId=665988038ad37dcd84106b5c

Les objectifs

-Ik kan vertellen over wat ik nu doe met regelmatige werkwoorden op -er

Le programme

-Samen herhalen

-Oefenopdrachten

-Zelfstandig werken

-Blooket

Werkwoorden op -er

Een ESkimo Eet ONS EZeltje EN Terecht

-Maak de stam door -er van het hele werkwoord af te halen

-Zet de juiste uitgang achter de stam

Je ..... (travailler) à l'école.

travailler

-er

travaill 

+e

travaille

Je	+e
Tu	+es
Il/ elle/ on	+e
Nous	+ons
Vous	+ez
Ils/ elles	+ent

Nous ....... (travailler, présent) à l'école.

Tu ......... (manger, présent) une pizza.

Tomas ....... (visiter, présent) les champs élysées.

Au travail

1. Maak het werkblad

2. Begin met het leren van de woordjes / doe iets voor een ander vak