241203 havostof bijwoord

Welkom M1b!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • pen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom M1b!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Mededeling (1 min)
  2. Stil lezen (10 min)
  3. Uitleg havostof: bijwoord (20 min)
  4. Evaluatie (5 min)

Slide 2 - Slide

Mededeling
SO grammatica woordsoorten

Vrijdag 13 december
Gaat alleen over de MAVO-stof: olw, blw, zn, bn, ww, vz

Volgende lessen:
Oefentoets + thema on/off

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Mededeling (1 min)
  2. Stil lezen (10 min)
  3. Uitleg havostof: bijwoord (20 min)
  4. Evaluatie (5 min)

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Woordsoorten die je kent en herkent:
MAVO lesstof:
  • werkwoord (lopen, werken, kijken, lachten)
  • lidwoord en zelfstandige naamwoord (de, het, een, Europa, kast, meisje)
  • bijvoeglijk naamwoord (mooie, kleine, zilveren, houten)
  • voorzetsel (op, aan, in, tegen, met)
HAVO lesstof:
  • zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
  • voornaamwoorden: persoonlijk en bezittelijk
  • bijwoord

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Ik kan bijwoorden herkennen.

Ik weet het verschil tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Slide 6 - Slide

Bijwoord
Een bijwoord kan van alles aangeven, bestaat uit één woord!

  • Tijd: Binnenkort, gisteren, nu, morgen
  • Plaats: Daar, hier, ergens, ginds
  • Een vraag: Hoe, waar, waarom, wanneer
  • (On)zekerheid: Vast, misschien, vermoedelijk, zeker
  • Ontkenning: Niet, nooit, nimmer

Slide 7 - Slide

Verschil bv en bn
Een spannend boek            Hij vertelde spannend
Het boze meisje                    Het meisje kijkt boos





Slide 8 - Slide

Benoem de bijwoorden
  1. Gisteren ben ik naar de kapper geweest.

  2. Hoe maak jij een heel mooie foto?

  3. Ik moet altijd veel klusjes doen van mijn ouders.
timer
3:00

Slide 9 - Slide

Herhaling woordsoorten
Opdracht: 
- Lees de zinnen op de tafels en schrijf je antwoord op het antwoordenblad.
- Je denkt na voordat je iets opschrijft
- Weet je iets niet? Loop verder en kom later terug
- Je blijft van anderen en andere spullen af

Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: een antwoordenblad en een pen
Klaar? Neem je blad mee en ga weer op je plek zitten.




timer
8:00

Slide 10 - Slide

Evaluatie

Slide 11 - Slide