Lerdoelen Vermenigvuldigen.
1. Je weet wat vermenigvuldigen is en begrijpt wat 'maal' en 'keer' betekenen.
2. Je kunt sommen maken met tientallen.
3. Je leert hoe je moet vermenigvuldigen met negatieve getallen.
4. Je oefent met vermenigvuldigingen uit het dagelijks leven, zoals: