Spreken examenvoorbereiding

Spreken voorbereiding examen
Niveau 2 - Opleiding helpende zorg en welzijn
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spreken voorbereiding examen
Niveau 2 - Opleiding helpende zorg en welzijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Beoordeling
  • Inleiding - middenstuk -  slot
  • Samenhang aanbrengen (voeg-, en verwijswoorden)
  • Afstemmen op ontvanger (formeel-informeel, intonatie, taalgebruik, boeien, voorbeelden)
  • Doel is duidelijk
  • Rekening houden met de voorkennis van de luisteraar.
  • Woordenschat voldoende
  • Goed verstaanbaar
  • Nederlandse taal voldoende, grammatica, vloeiendheid


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Examen spreken
  • Presentatie van 4-6 minuten
  • Onderwerp: staat in het examenboekje
  • Monoloog
  • Verschillende deelonderwerpen
  • Minimaal 80 % van de deelonderwerpen komt aan bod
  • Niet voorlezen, lijstje met steekwoorden mag.
  • Eventueel Powerpoint



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het spreekdoel
bij het examen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Spreekdoel
Er kunnen verschillende soorten spreekdoelen voorkomen:
Informeren: Informatie geven over een onderwerp.
                          Vaak feitelijke informatie. 
Overtuigen:  Publiek overtuigen van jou standpunt.
                           Mening onderbouwd met argumenten.
                           Mondeling betoog. 
Instrueren:    Uitleg geven hoe het publiek iets moet doen. 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Werk in tweetallen.

Overtuig de ander ervan waarom een mango het beste fruit is.
Na 30 seconden wissel je van rol. De ander moet jou er nu van overtuigen dat dit niet zo is en dat een kiwi het beste fruit is. 

Klassikaal nabespreken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Heeft de ander jou overtuigd?
Waarom wel/niet?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Afstemmen op publiek
Taalgebruik:
Formeel (onbekend, zakelijk)
Informeel (bekend, vriendschappelijk)
Voorkennis: Wat weten de toehoorders al? 
Voldoende uitleg geven, vaktermen vermijden of uitleggen.

STEM AF OP JE DOELGROEP!!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Jij geeft een presentatie aan de directie van school.
Je taalgebruik is dan:
Formeel
Informeel

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Spreekvaardigheid
Actieve spreekhouding: oogcontact, rechtop staan, armen ontspannen langs je lichaam, gebaren ter ondersteuning (maar let hiermee op dat dit niet teveel afleidt).

Stemgebruik: Volume (spreek hard genoeg maar niet te hard), articulatie (duidelijk spreken), tempo (neem ook spreekpauze), intonatie (niet monotoon)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opening presentatie
1. Voorstellen
2. Je doel duidelijk maken:
- Het onderwerp van mijn presentatie is....
- Graag wil ik jullie iets uitleggen over....

3. Voorbeeldzinnen om je publiek bij het onderwerp te betrekken:
- Wie van u heeft/ kan/ wil.....?
- Hoe zou de wereld eruitzien zonder robots?

Slide 11 - Slide

De inleiding van een presentatie:
- Aandacht trekken van je publiek;
- onderwerp aankondigen;
- de opbouw duidelijk maken (inhoud).

Middenstuk: 
- Antwoord op deelvragen

Slot:
-samenvatting, conclusie, of je spoort het publiek aan iets te doen.
Onderwerp en deelvragen bepalen
Presentatie -> Je brengt informatie over aan je publiek.

Stappenplan
1. Voorbereiden
2. Uitvoeren
3. Terugkijken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp
1. Bepaal het onderwerp (zie opdracht!)
Wat is je onderwerp? -> Hier gaat je presentatie over.
Wat weet je er al van?



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Deelvragen
2. Bepaal de deelvragen.
Op welke deelvragen wil je in je presentatie antwoord geven?
Werk deze uit!
3. Verzamel en selecteer informatie (Let op de deelvragen)
4.  Beantwoord de deelvragen
5. Orden de deelvragen
De antwoorden op de deelvragen vormen je middenstuk.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Samenhang aanbrengen
Gebruik signaalwoorden en signaalzinnen om de presentatie logisch te laten aansluiten. 

Signaalzinnen: Gebruik je om aan te kondigen of samen te vatten wat je al verteld hebt. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afronding

Geef een samenvatting (met voorbeeld of aanbeveling).
Kom terug op de inleiding.

Geef het publiek de gelegenheid tot het stellen van vragen. (Bedenk vooraf wat ze zouden kunnen vragen).

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Beeldgebruik
  • Prezi - PowerPoint
  • Je verduidelijkt de opbouw en inhoud van je presentatie.
  • Ondersteunend aan je verhaal.
  • Voegt iets toe aan wat je zegt.
  • Niet voorlezen. Kijk naar de toehoorders. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lay-out
  • Titelblad (naam, klas, onderwerp)
  • Inhoudsopgave
  • Deelonderwerpen per dia
  • Max. 5 a 6 regels per dia (steekwoorden)
  • Rustige achtergrond 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Omvang en tijd
4 tot 6 minuten spreken
Informatie: kort en bondig -> steekwoorden + plaatjes
Gebruik niet teveel dia's!


Niet te kort of te lang. Je krijgt dan het cijfer 1!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Visualisering: beeldgebruik
Gebruik liever een foto dan tekst.
Bij cijfermateriaal -> gebruik tabellen of grafieken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak een PowerPoint die je gebruikt tijdens je presentatie.
Denk hierbij aan:
- Doelgroep
- Woordgebruik
- Plaatjes
- Overgangen
- Inhoudelijk juiste informatie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Presentatie 
 Werken aan presentatie

Oefenen:
 Presentaties in groepjes+feedback

Slide 22 - Slide

This item has no instructions