Basisstof 3 Variatie in genotypen

Welkom bij biologie 
Klas TH2
Kom rustig binnen in het lokaal​.
Doe je telefoon in de telefoontas​.
​Pak je boeken en schoolspullen erbij.
Maak alvast een start met  Basisstof 3 Variatie in genotypen  Thema 5 erfelijkheid en evolutie
Geen jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen​.
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​.
timer
3:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij biologie 
Klas TH2
Kom rustig binnen in het lokaal​.
Doe je telefoon in de telefoontas​.
​Pak je boeken en schoolspullen erbij.
Maak alvast een start met  Basisstof 3 Variatie in genotypen  Thema 5 erfelijkheid en evolutie
Geen jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen​.
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

Basisstof 3 'Variatie in genotypen'

Lezen basisstof 3

Opdrachten maken bs 3


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Begrippen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen basisstof 3
  • Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen 
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is
  •  Je kunt omschrijven wat kanker is

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Op welk moment wordt het genotype van iemand bepaald?
A
Tijdens de celdelingen
B
Bij bevruchting
C
Tijdens innesteling
D
Bij de geboorte

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel chromosomenparen heeft een lichaamscel van een mens?
A
1
B
2
C
23
D
46

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Mutaties
Thema 5
Basisstof 3

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt het dat in elke lichaamscel dezelfde erfelijke informatie zit?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

DNA kopieren
  • Bij de bevruchting wordt het genotype bepaald

  • Direct na de bevruchting beginnen de cellen te delen

  • Bij een celdeling wordt het volledige DNA gekopieerd en gaat er 1 set DNA naar elke cel die gevormd wordt

  • Dit proces wordt elke celdeling opnieuw herhaald

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bekijk onderstaande letterreeks; schrijf de letterreeks binnen 40 seconden volledig juist over

ATCTGATCGTAGCTAGTACGTACGTGACAGTGGGGTAGG
timer
0:40

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Fouten bij het DNA kopiëren
Jullie hebben zojuist allemaal een lichaamscel nagedaan die gaat kopiëren. Niet iedereen heeft de reeks helemaal volledig goed overgeschreven

Dergelijke fouten  gebeuren in het lichaam ook
  • Mutaties: plotselinge verandering in het DNA 
  • Vaak spontaan maar kan ook door externe factoren komen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

In welk type cel zal een mutatie gevaarlijker zijn?
A
huidcel
B
zaadcel
C
spiercel
D
bloedcel

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Gevolgen van mutaties
Meeste mutaties zijn zonder gevolgen:
  • Lichaam kan veel fouten zelf herstellen
  • Meestal zijn het kleine fouten zonder problemen
  • Mutaties beperken zich meestal tot een klein aantal cellen

Mutaties in gewone lichaamscellen meestal zonder problemen

Mutaties in geslachtscel kan grote gevolgen hebben



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zichtbare mutaties
Mutant: organisme waarbij de mutaties zichtbaar is in het uiterlijk


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Noem 2 voorbeelden van mutagene invloeden

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Kanker
Mutatie in celdeling -> cel gaat te vaak delen -> kankergezwel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.