Klas 3 signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Omdat ik ziek ben is er geen Wiskunde

1. oorzaak /reden
2. gevolg
3. voorbeeld
4. doel/middel

We gaan eerst zwemmen , daarna fietsen

1. oorzaak/reden
2. voorwaarde
3. tijdsvolgorde
4. voorbeeld

Als jij niet luistert, dan ga ik je straffen.

1. tegenstelling
2. doel/middel
3. opsomming
4. voorwaarde

Ik vind geld verdienen erg belangrijk.

1. conclusie
2. mening
3. vergelijking
4. tegenstelling

Ik houd van soep, dus ik ga soep maken.

1. conclusie
2. mening
3. opsomming
4. vergelijking

Ik houd van ijs, omdat het lekker zoet is.

1. mening
2. tegenstelling
3. argument
4. conclusie

Janneke is blij, maar Tim is verdrietig.

1. conclusie
2. tegenstelling
3. voorwaarde
4. tijdsvolgorde

We eten patat, frikandel en daarna kroket.

1. een middel
2. tegenstelling
3. oorzaak/gevolg
4. Tijdsvolgorde

Ik heb mijn been gebroken, daarom ben ik niet op tennis

1. oorzaak/gevolg
2. tegenstelling
3. voorwaarde
4. conclusie

Ik ben ziek , dat betekent dat ik niet kom.

1. reden
2. conclusie
3. vergelijking