Amsterdam Denim begroot de constante standaardkosten voor het 1e kwartaal 2021 op € 120.000. De variabele standaardkosten op € 250.000. De begrote productie is 5.000 stuks en de normale productie is 8.000 stuks.
Bereken de kostprijs per jeans voor het 1e kwartaal 2021
Je hebt een t-shirt fabriek. Je verwacht in een normale periode 10.000 t-shirts te maken. Hiervoor heb je 5.000 kilo katoen, inkoop € 5 per kilo en 400 uur arbeid, loon € 15 per uur.
Slide 13 - Slide
Budgetresultaat
Bij de begroting stel je vast wat het budget voor de komende periode is voor de begrote productie.
Na afloop stel je de werkelijke kosten vast. Het verschil ten opzichte van de begroting wordt uitgesplitst in budgetresultaten.
Wordt bepaald in voorcalculatie dmv de verwachte/begrote kosten
In de nacalculatie worden deze kosten vergeleken met de werkelijke kosten
Kostprijs = standaardkostprijs
Bevat alleen de toegestane/standaard kosten (kosten die onderneming moet maken als productie onder normale omstandigheden plaatsvindt)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Open question
Machine-uurtarief
Berekening is identiek aan berekening standaard kostprijs. Wordt toegepast binnen industrie en dienstverlening, wanneer de kosten van de inzet van een machine een groot deel van de kosten vormen.
Machine-uurtarief
Machine-uurtarief
Slide 18 - Slide
Rekenen met een opslagpercentage
De constante kosten per product worden berekent als een percentage van de variabele kosten per product.
Wordt toegepast als de begrote productie niet bekend is, maar wanneer de onderneming (op basis van ervaring) wel een goed beeld heeft van de normale samenstelling van de totale kosten.
Slide 19 - Slide
Voorbeeld
Bij € 600.000 variabele loonkosten zijn de constante kosten € 200.000. Volgens de administrateur is deze verhouding constant ofwel verhouding variabele loonkosten is 3 staat tot 1.
Dalen de variabele loonkosten naar € 300.000 dan zullen de constante evenredig dalen en uitkomen op € 100.000.
Slide 20 - Slide
Stap 1: bereken de constante kosten door eerst de totale variabele grondstofkosten en de totale variabele loonkosten te bereken.
Stap 2: de constante kosten zijn onafhankelijk van de productie. neem het berekende bedrag bij stap 1 over en tel hier de variabele kosten bij de begrote productie bij op.
Slide 21 - Slide
Uit de tekst kunnen we afleiden dat 30% van de constante kosten samenhangt met de variabele grondstofkosten. 30% van € 16.000 constante kosten = € 4.800
Dit betekent dat bij € 7.000 variabele grondstofkosten er rekening gehouden moet worden met € 4.800 bijkomende constante kosten. In percentage komt dit neer op (€ 4.800/€ 7.000 x 100%) = 69% (afgerond)
Slide 22 - Slide
32.2 Efficiencysresultaten
Heb je meer of minder gebruikt van een productiemiddel ten opzichte van begroting standaardkostprijs ?
Hoeveelheid grondstoffen
Aantal uren arbeid
Formule: (sh - wh) x sp of sh x sp
- wh x sp
= efficiencyresultaat
s = standaard
h = hoeveelheid
w = werkelijk
p = prijs
Slide 23 - Slide
timer
4:00
Slide 24 - Open question
timer
5:00
Slide 25 - Open question
32.3 Prijsresultaten
Welke prijsverschillen zijn er ten opzichte van de begrote standaardkostprijs?
Formule: (sp - wp) x wh of sp x wh
- wp x wh
= prijsresultaat
Slide 26 - Slide
Bezettingsresultaat
Het bezettingsresultaat geeft aan in welke mate de constante kosten worden gedekt (terugverdiend).