This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Burgerschap - kritisch consumeren
Slide 1 - Slide
Inhoud
Wat is consumeren?
Primaire levensbehoeften
Kritisch consumeren
Keurmerken
Slide 2 - Slide
Consumeren
Slide 3 - Mind map
Consumeren
"Het besteden van inkomen aan goederen en diensten door de eindgebruiker (de consument) in de ruimste zin van het woord."
" Het kopen van geproduceerde goederen door gezinnen (particuliere consumptie) en overheid (overheidsconsumptie) om in bestaande behoeften te voorzien."
Slide 4 - Slide
Waarom?
- Om aan onze basisbehoeften te komen
- Om een gevoel van zekerheid & veiligheid te krijgen
- Om erbij te horen
- Het geeft ons waardering, succes en status
- Het geeft de mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat is het laatste dat jij hebt gekocht?
Slide 7 - Open question
Wat heb jij gekocht dat je nog nooit hebt gebruikt?
Slide 8 - Open question
Primaire levensbehoeften
Secundaire Levensbehoeften
Slide 9 - Drag question
Levensbehoeften
Primaire levensbehoeften
Eten en drinken, kleding, onderdak
Secundaire levensbehoeften
Telefoon, laptop, fiets, inrichting van je huis
Armoede is wanneer je niet in de levensbehoeften kan voorzien.
Slide 10 - Slide
Online consumeren
- 21ste eeuw - we kunnen online in de primaire en secundaire levensbehoeften voorzien
- Boodschappen, kleding, mobieltjes, fietsen.. Noem maar op.
- Grote webwinkels - Amazon, Bol, Zalando, Body&Fit
Slide 11 - Slide
Voordelen en nadelen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Ga jij nu ook meer nadenken over gratis retourneren? 0 = echt niet & 10 = echt wel
Slide 14 - Poll
Kritisch consumeren
"Het zorgvuldig kijken naar WAT je koopt en WAAROM je het koopt."
Daarnaast houdt een kritische consument rekening met de duurzaamheid van producten.
Slide 15 - Slide
Hoe?
Prijs
Kwaliteit
Gezondheidseffecten
Effecten bij het productieproces
Duurzaamheid
Slide 16 - Slide
Is deze aanbieding bij de action een voorbeeld van kritisch consumeren?
Ja
Nee
Slide 17 - Drag question
Keurmerken
Slide 18 - Slide
Fairtrade is een keurmerk. Waarvoor staat Fairtrade?
A
Eerlijke betaling voor werknemers
B
Duurdere prijzen
C
Eerlijke milieunormen
D
Lekkerder eten
Slide 19 - Quiz
Waar staat het UTZ keurmerk o.a. voor?
A
Product is ecologisch
B
Goede prijs voor de consument en duurzaam.
C
Goede prijs voor de boer en duurzaam.
D
Niet op dieren getest.
Slide 20 - Quiz
Wat is dit voor een keurmerk?
A
Beter leven keurmerk
B
Biologisch keurmerk
C
Ecologisch keurmerk
D
Fairtrade keurmerk
Slide 21 - Quiz
Het EKO keurmerk staat voor
A
Duurzaam, biologisch & dierenwelzijn
B
Kwaliteit, veilig, lekker
C
producten die onder eerlijke voorwaarden zijn geproduceerd
D
zo goedkoop mogelijke producten
Slide 22 - Quiz
Wat zou een nadeel van keurmerken kunnen zijn?
Slide 23 - Open question
Leg in je eigen woorden uit waarom kritisch consumeren in "rijke" landen gedaan wordt.
Slide 24 - Open question
Samenvatting:
Je kent het verschil tussen consumeren en kritisch consumeren.
Je kent verschil tussen primaire en secundaire levensbehoeften.
Je weet globaal wat de piramide van Maslow inhoudt.
Je herkent keurmerken en weet wat de voor- en nadelen zijn.