This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
WELKOM
Doe je tas van tafel.
Leg je iPad gesloten op tafel
Wacht rustig tot ik begin
Slide 1 - Slide
Herhaling
Slide 2 - Slide
Puzzelen is niet zo'n fysieke activiteit, alleen het hoofd komt in actie.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt
Slide 3 - Quiz
Vul het juiste woord in Argument > .... > standpunt
A
want
B
dus
Slide 4 - Quiz
Ik vind het belangrijk om weinig vlees te eten, omdat veeteelt slecht is voor het milieu.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt
Slide 5 - Quiz
Vul het juiste woord in: Standpunt > ..... > argument
A
want
B
dus
Slide 6 - Quiz
Argumentatiestructuren
Enkelvoudig
Nevenschikkend
Onderschikkend
Nevenschikkend onderschikkend
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Enkelvoudige argumentatie
Ik vind Game of Thrones de beste serie allertijden,
omdat ik de doorlopende verhaallijn heel sterk vind.
S
A
Slide 9 - Slide
Onderschikkende argumentatie
Ik vind Game of Thrones de beste serie aller tijden,
omdat ik de doorlopende verhaallijn sterk vind.
Die verhaallijn is zo sterk doordat allerlei verschillende ontwikkelingen zich tegelijk afspelen.
Het blijft daardoor ontzettend leuk om alle personages te volgen.
S
A
O
O
Slide 10 - Slide
Nevenschikkende argumentatie
Ik vind Game of Thrones de beste serie aller tijden,
omdat ik de doorlopende verhaallijn heel sterk vind.
Daarnaast vind ik de serie enorm goed gefilmd.
Tot slot ben ik van mening dat de acteurs erg mooi spelen.
S
A
A
A
Slide 11 - Slide
nevenschikkend &
onderschikkend
want
dus
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Welk blokjesschema hoort bij onderstaand standpunt + argumenten?
Ik ben voor de maatschappelijke dienstplicht, want jongeren moeten discipline leren. Ook moeten ze leren dingen te doen voor een ander in plaats van voor zichzelf.
A
B
C
Slide 14 - Quiz
Welk blokjesschema hoort bij onderstaand standpunt + argumenten?
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.
A
B
C
D
Slide 15 - Quiz
A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 16 - Quiz
Mijn broer en zus zijn allebei boos op mijn ouders. Mijn broer heeft huisarrest gekregen. Mijn zus krijgt geen extra zakgeld.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkend, afhankelijk
D
Nevenschikkend, onafhankelijk
Slide 17 - Quiz
A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 18 - Quiz
Nevenschikkende argumenten kunnen zowel afhankelijk als onafhankelijk zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend afhankelijk
C
onderschikkend
D
nevenschikkend onafhankelijk
Slide 20 - Quiz
Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen. De bandleden hadden hun vliegtuig gemist.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
Slide 21 - Quiz
Het Walburg College is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onder- en nevenschikkende
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie
Slide 22 - Quiz
Het Walburg College is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onder en nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie
Slide 23 - Quiz
Schooldagen moeten later beginnen. Het komt ten goede aan de concentratie. Jongeren hebben een ander bioritme.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 24 - Quiz
Iedereen zou direct moeten stoppen met roken. Roken kost veel geld. Het is belangrijk aan het einde van de maand geld over te houden om te sparen.