3GT - Grammar recap Unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Grammar Unit 2

Deze periode

- UNIT 1 toets (gemaakt)

- UNIT 2 toets (volgende week) 

- SE 1 (leesvaardigheid) over 2 weken

Leerdoel

Aan het einde van de les heb je geoefend met de grammatica van UNIT 2

Plural = Meervoud

Genetive = Bezit

+s

Uitzonderingen:

f > ves

mk+y > ies

sisklank > es

Woman > Women      Man > Men

Child > Children       Tooth > Teeth

Foot > Feet                Goose > Geese

Mouse > Mice           Sheep > Sheep

Fish > Fish   

's voor mensen, dieren, tijd of plek in het bezit van een persoon

Uitzonderingen:

Eindigt het al op een s? alleen '

Gaat het niet om een mens, tijd of plek in het bezit van een persoon?

> gebruik ... of ...

Posessive:
The farmer____truck.

1. farmer 's
2. farmerses
3. farmer'
4. farmers'

Posessive:
My brothers____ children.

1. brothers's
2. brothers'
3. brotherses

Posessive:
The map____ world

1. The map of the world
2. The mapses world.
3. The map's world.
4. The maps' world

De present perfect gebruik je als...

1. iets in het verleden gebeurd is
2. iets in het verleden gebeurd is en nog bezig is
3. iets in het verleden gebeurd is en je het niet meer weet

Present perfect

iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.

Has/have + voltooid deelwoord

Wanneer gebruikje de present perfect?

• Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:

Sharon has broken her leg (now she can't walk)

Jim has lost his keys ( now he can't open the door)

Gwen has eaten too much (now she feels sick)

Wanneer gebruik je de present perfect?

• Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.

Mary has worked at the market for 5 years now.

Bill and Kate have been friends since 2011.

Wanneer gebruik je de present perfect?

• Om te praten over ervaringen to  nu toe:

I have never been too America.

Have you ever been to America?

I've never swum with dolphins.

She has never run a marathon.

                       Present perfect

        have / has + voltooid deelwoord

Wat is dan het voltooid deelwoord?

er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 

                                                           

                                                  onregelmatige werkwoorden

1

2

           

             regelmatige werkwoorden       

1

werkwoord + -ed

play - played

walk - walked

work - worked

want - wanted

           

             onregelmatige werkwoorden

2

Het derde woord uit de rijtjes 

To do - did - done

to fly - flew - flown

to fight - fought - fought

SIGNAALWOORDEN

• JUST - NET
• ALREADY - AL
• YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
• NOT YET - NOG NIET
• ALWAYS - ALTIJD AL
• NEVER - NOOIT
• EVER - OOIT
• SINCE - SINDS
• FOR - (NU) AL
• (FOR) HOW LONG? - HOE LANG

Als iets gebeurd is en afgelopen is gebruik je de ....

1. present simple
2. present perfect
3. past simple

De present perfect maak je met...

1. have/has + voltooid deelwoord
2. had/have + voltooid deelwoord
3. didn't + hele ww

I ____(read) six books this week.

John _______ (never/understand) the present perfect.

Onregelatige ww

Voorbeeld:
to be - was/were - been

Now you...

Vul aan:
to begin - _____ - _____

Vul aan:
to see - ____ - ____

Vul aan:
To come - ____ - ____

Hoe goed ken jij de grammatica naar je gevoel?

0100

Huiswerk

Ga naar SOM today, leermiddelen, Engels, klik op de link.

Maak de catch up van UNIT 2 creativity.

Gert, thomas, jarno en luca maken het samen met mij. Anderen ook? kom erbij zitten!