What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M3 Voorzetsels 3de en 4de naamval M3
Persoonlijk voornaamwoord
ontleden, voorzetsel en vaste naamval
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonlijk voornaamwoord
ontleden, voorzetsel en vaste naamval
Slide 1 - Slide
Hoe werkt het?
Na een voorzetsels met een vaste naamval komt altijd een persoonlijk voornaamwoord in die naamval.
Bij de 3e naamval is dat:
Slide 2 - Slide
Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen
Slide 3 - Drag question
Zet het voorzetsel bij de goede naamval
3
4
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
durch
für
gegen
ohne
um
Slide 4 - Drag question
Gehst du ......... ...... (met ons) nach Berlin?
A
wir
B
ons
C
uns
D
sie
Slide 5 - Quiz
Du bist ......... ..... (na hem) an der Reihe.
A
er
B
ihm
C
ihr
D
ihn
Slide 6 - Quiz
Ich bekomme noch Geld ............... ...... (van jullie)
A
ihr
B
euch
C
euer
D
sie
Slide 7 - Quiz
Wartest du? Ich komme gleich .......... ..... (naar jou)
A
dir
B
dich
C
du
D
mich
Slide 8 - Quiz
Werkw. met een 3e naamval
Slide 9 - Slide
Werkw. met een 4e naamval
Slide 10 - Slide
De werkwoorden bitten, fragen, interessieren horen bij ....
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
geen naamval
Slide 11 - Quiz
Voor welke naamval zorgen deze werkwoorden: gefallen, glauben, gratulieren horen bij de
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Geef de naamval en de vertaling:
Ihr müsst (de) Bienen (mv) helfen.
A
1e - die
B
3e - den
C
4e - die
Slide 13 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
Ich glaube [hem] nicht.
Slide 14 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Ich sehe [haar] in der Halle.
Slide 15 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Was schenkt ihr [hen] zu Weihnachten?
Slide 16 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Welcher Film gefällt [jou] gut?
Slide 17 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Ich kann nicht mehr ohne [jullie] leben
Slide 18 - Open question
Vul de juiste vorm in:
gibt er [jullie] die Tickets?
Slide 19 - Open question
Vul de juiste vorm in.
Hast du [hem] schon gratuliert?
Slide 20 - Open question
Vul de juiste vorm in.
Ich schiebe für [dich] dein Fahrrad.
Slide 21 - Open question
More lessons like this
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3 h Gesundheit DU4 L1
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Secondary Education
4. Werkwoorden met een vaste naamval
July 2022
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Persoonlijke voornaamwoorden 1e, 3e, 4e naamval
May 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
21 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU3 L1
28 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
3HV Voorzetsels & pers vnw in de 3e & 4e naamval
November 2021
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4v
April 2020
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2