Lesstof 2.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen

Een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's, zinnen of deelzinnen

Synoniemen

Signaalwoord

synoniemen

synoniemen zijn woorden met dezelfde betekenis.

Je kan ze door elkaar vervangen.

Sommige woorden hebben meer dan één synoniem.

goed - juist - correct

volmaakt - perfect

praten - communiceren

Een synoniem is...

1. meerdere woorden die ongeveer hetzelfde betekenen
2. een woord met meerdere betekenissen

Geef een synoniem van  spieken.

Dramatisch en ontroerend

1. vragen om iets te krijgen
2. op een deur kloppen

Iets of iemand goed vinden, aanvaarden

Gewelddadig, als je snel geweld gebruikt

Aangrijpend

Aankloppen bij

Accepteren

Agressief

Meestal, in de meeste gevallen

Met zorg en aandacht voor anderen

Helemaal op je gemak zijn, ergens blij mee zijn

Met elkaar praten; informatie overbrengen

Over (in) het algemeen

Communiceren

Attent

In je element zijn

Iemand iets laten weten of laten zien wat hij liever niet weet of ziet

Alles zeggen wat je dwars zit

Heel goede vriendschap

Wat veel indruk maakt, groots

Iemand confronteren met iets

Je hart uitstorten

De hechte band

Indrukwek-kend

Wat je als eerste voorstelt of doet

Erbij horen, belangrijk zijn

Het gevoel raken met iets wat heel mooi of verdrietig is

Manier waarop iets verandert

Het initiatief

Meetellen

Ontroeren

De ontwikkeling

Geen zorgen meer hebben

1 verbinding
2 de vriendschap, de verkering

Uitkomst, dat wat iets oplevert

Heel bijzonder en wat de aandacht trekt

Spectaculair

Opgelucht

Het resultaat

De relatie

1. iemand ergens toe uitnodigen
2. iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken

Resultaat van een onderzoek of som, dat wat iets oplevert

Verbaasd en in de war

Perfect, foutloos

Volmaakt

Verbijsterd

De uitkomst

Uitdagen

Herhaling
Wat zijn synoniemen?

1. Woorden met meerdere betekenissen.
2. Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
3. Woorden met maar één betekenis.
4. Tegengestelde woorden.

Hoe moeilijk was deze opdracht? 0 = niet moeilijk, 5 = heel moeilijk.

05

Geen huiswerk!

Hoofdstuk 2.5 is klaar.

Zorg dat je de woorden kent / oefen eventueel thuis.