HV2A Tekstsoort, tekstdoel en onderwerp les 1 18/11; les 2 21/11 les 3 22/11

Welkom
-Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je boekopdracht op de rand van je tafel.
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lezen uit je nieuwe leesboek!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
-Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je boekopdracht op de rand van je tafel.
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat het tekstsoort, het tekstdoel en het onderwerp van een zin inhouden.
 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Theorie 5'
  • Werken aan de opdracht + nabespreken 6'
  • Aan de slag met opdrachten 14'
  • Afsluiting 5'

Slide 3 - Slide

Tekstsoort, tekstdoel en onderwerp les 1

Slide 4 - Slide

Theorie 
Tekstsoorten, tekstdoel en onderwerp 
Blz.  44-49 van je handboek

Slide 5 - Slide

Tekstsoorten 
Er zijn drie soorten teksten:
  • Verhalende teksten 
  • Informerende teksten
  • Waarderende teksten 

Slide 6 - Slide

Tekstsoorten 
Verhalende teksten:
  • De schrijver wil je met zijn verhaal vermaken of tot nadenken aanzetten. 
  • Gevoel en emoties spelen een belangrijke rol. 
  • Fantasie en fictie is mogelijk 

Wat zijn voorbeelden van verhalende teksten?
  • Roman, sprookje, sciencefiction, strip, gedicht, liedje 

Slide 7 - Slide

Tekstsoorten 
Informerende teksten:
  • Het gaat hierbij om feiten, wat echt gebeurd is. 
  • Belangrijkste doel is om de lezer betrouwbare informatie te geven. 

Wat zijn voorbeelden van informerende teksten?
  • Krantenbericht, schoolboek, werkstuk, gebruiksaanwijzing, uitnodiging, recept 

Slide 8 - Slide

Tekstsoorten 
Waarderende teksten:
  • Schrijver probeert vragen als 'Wat vind ik ervan?' of 'Wat kan je daarover denken?' te beantwoorden. 
  • Belangrijkste doel is om een oordeel te geven. 

Wat zijn voorbeelden van waarderende teksten?
  • Boekrecensie, protest, discussie 

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen
Een auteur wil iets bereiken bij zijn lezer. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. 

Bij elke tekstsoort en bijbehorende tekstdoel passen verschillende tekstvormen
Tekstvormen zitten niet altijd vast aan een tekstdoel. 
  • Een krantenartikel kan een verslag zijn van een nieuwsgebeurtenis (informerend), maar kan ook een betoog bevatten over een actueel onderwerp (waarderend) 

Slide 10 - Slide

Schema blz. 46 van je handboek
Doel
Tekstvorm 
Verhalende tekstsoorten
Vertelling 
delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
gesprek, dagboek, persoonlijk verslag, blog 
Verhaal 
vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen
kort verhaal, fabel, mop, roman sprookje stripverhaal, filmscenario 

Slide 11 - Slide

Doel
Tekstvorm 
Informerende tekstsoorten
verslag
een zaak of verschijnen beschrijven en orderenen
werkstuk, verslag van proefje, onderzoeksverslag, logboek  
procedure 
instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen
gebruiksaanwijzing, recept, routebeschrijving, reglement
verklaring / uiteenzetting 
een verschijnsel of gebeurtenis verklaren en uitleggen
lesboek, nieuwsbericht, historisch boek, werkstuk
oproep / verzoek 
activeren; andere motiveren of verzoeken om iets te doen 
aankondiging, advertentie, reclametekst, sollicitatie, uitnodiging

Slide 12 - Slide

Doel
Tekstvorm 
Waarderende tekstsoorten
Betoog
overtuigen door een standpunt met argumenten te onderbouwen
ingezonden brief, klachtenbrief, protestbrief 
Recensie 
evalueren van een boek, film, toneelstuk, muziekstuk, product, service, et cetera 
blog, review, krantenartikel 
Beschouwing 
een onderwerp vanuit een of meer gezichtspunten bekijken 
column, discussie, essay 

Slide 13 - Slide

Onderwerp van tekst 
Het onderwerp van een tekst kan je vaak samenvatten in één woord of woordgroep. Bijvoorbeeld straattaal.

  • Een schrijver behandelt vaak meer kanten van een onderwerp. Dat noem je deelonderwerpen. Bijvoorbeeld ontstaan van straattaal
  • De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver wil zeggen over het onderwerp. Je vindt deze vaak in de titel, inleiding of slot. Het staat soms niet letterlijk in de zin. 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Wat? Maak opdracht 1 op bladzijde 10 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? 3 minuten 
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees alvast de theorie op bladzijde 44 - 49 van het handboek.

Na drie minuten bespreken we de opdracht. 
timer
3:00

Slide 15 - Slide

De opdrachten
Wat? Opdracht 2,3 en 4 op bladzijde 10  van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig (eerste vijf minuten in stilte)
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 21/11)
Vragen? Eerste vijf minuten niet, steek daarna je hand op. 
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 

Gebruik bladzijde 44 - 49 van je handboek 
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Huiswerk donderdag 21/11 5e uur
Voor donderdag 21/11 moet opdracht 2,3 en 4 op bladzijde 10 van je oefenboek af zijn. 

Lees bladzijde 44 - 49 van je handboek. 
Neem je leesboek mee.

Schrijf dit op in je agenda. 

Slide 17 - Slide

Donderdag 21/11 5e uur

Slide 18 - Slide

Welkom
-Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je schrift open met huiswerk voor deze les (opdracht 2,3 en 4 blz. 10 OB) op de rand van je tafel
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat de  tekstsoort, het tekstdoel en het onderwerp van een tekst inhouden.
- Je kan de tekstsoort, het tekstdoel en het onderwerp van een tekst herkennen en hierdoor een tekst beter begrijpen.

 

Slide 20 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Huiswerk nakijken 10'
  • Aan de slag met opdrachten 15'
  • Afsluiting 5'

Slide 21 - Slide

Tekstsoort, tekstdoel en onderwerp les 2

Slide 22 - Slide

De opdrachten
Wat? Maak opdracht 5, 6, 8, 10 en 11 bladzijde 12-13  van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig (eerste 3 minuten in stilte)
Tijd? Tot het einde van de les
Vragen? Steek je hand op
Klaar? Ga lezen uit je leesboek of maak huiswerk voor een ander vak

Gebruik bladzijde 44 - 49 van je handboek 

Slide 23 - Slide

Huiswerk vrijdag 22/11 5e uur
- Voor vrijdag 22/11 moet opdracht 5, 6, 8, 10 en 11 bladzijde 12-13 van je oefenboek af zijn. 
- Neem je laptop mee (opgeladen)
- Schrijf dit op in je planner. 

Slide 24 - Slide

Vrijdag 22/11 5e uur

Slide 25 - Slide

Welkom
-Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je schrift met huiswerk voor deze les open op de rand van je tafel
 - Pak je leesboek, ga 15 minuten lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 26 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat de  tekstsoort, het tekstdoel en het onderwerp van een tekst inhouden.
- Je kan de tekstsoort, het tekstdoel en het onderwerp van een tekst herkennen en hierdoor een tekst beter begrijpen. 
- Je kunt uitleggen waarover een tekst gaat met behulp van het doel en het onderwerp.


 

Slide 27 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Huiswerk nakijken 10'
  • Oefenen in Numo 10'
  • Afsluiting 5'

Slide 28 - Slide

Tekstsoort, tekstdoel en onderwerp les 3

Slide 29 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 5, 6, 8, 10 en 11 bladzijde 12-13 van je oefenboek

Slide 30 - Slide

Oefenen
Maak taak  onderwerp en hoofdgedachte in Numo.

Slide 31 - Slide

Huiswerk maandag 25/11 2e uur
- Maak de taak in Numo over onderwerp en hoofdgedachte af.
- Schrijf dit op in je planner. 

Slide 32 - Slide