Jazz kenmerken en stijlen

JAZZ MUZIEKSTIJLEN
Aanmelden bij klas in LessonUp: code
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

JAZZ MUZIEKSTIJLEN
Aanmelden bij klas in LessonUp: code

Slide 1 - Slide

Toelichting slide 7
Zet het muziekfragment (Bach) aan en laat leerlingen de vraag beantwoorden: Welke onderdelen in het plaatje zijn typisch barok? En wat hoort er niet thuis in de 17e eeuw?

Antwoorden:
Barok: veel versieringen, kleding, schoenen, pruik, schilderij met baroklijst, gouden kandelaren en grote spiegels. 
Geen barok: dj, hoofdtelefoon, zonnebril, grammofoonplaten en manier van bewegen.
I: Algemene kenmerken
II: Vroege jazz, ± 1910 - 1930
III: Mainstream (Swing / big bands), ± 1930 - 1945) 
IV: Moderne jazz (na +/- 1945)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

I: Algemene kenmerken
Wat maakt jazz?

  •  improvisatie
  • swing
  • syncopen
  • bezetting / instrumentatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Jazz ontstaat doordat Afrikaanse en Westerse invloeden vermengen (later meer bij KUA).

Afrikaanse invloeden:
- complexe ritmes
- improvisatie
- call and response

Europese invloeden:
- harmonie
- melodievaste structuur,
- westers instrumentarium


 



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Syncopen
Een syncope ontstaat wanneer tonen niet op de tel vallen,
maar net erna of ervoor. Er is dan een accentverschuiving.

Het volgende filmpje demonstreert dit mooi:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Swing
Als muziek 'in swing' gespeeld wordt, klinkt het ritme net een beetje anders. De eerste toon wordt wat langer gespeeld dan de toon erna. Jazzmuziek wordt vrijwel altijd in swing gespeeld. Veel popmuziek wordt juist 'recht' gespeeld. 
 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bezetting
De ritmesectie bestaat uit:
- drums                                                              (= ritmelaag) 
- (contra)bas, vaak walking bass           (= baslaag)
- slaggitaar (rhythm guitar) of piano    (= akkoorden)

Daar overheen speelt de solist (bijv. een blaasinstrument of zang) de melodie                    

(In bigbands zijn er ook nog aparte blazerssecties)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Jazzgenres

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

II: Vroege jazz (± 1910 - 1930)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het begin: straatorkesten
Belangrijkste kenmerk: improvisatie
instrumenten: 
- allemaal verschillend
- trompet, klarinet, banjo, tuba (later + trombone, drums, sax)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

New Orleans & Chicago jazz
  • zwarte muziek
  • Collectieve improvisaties: door elkaar heen improviseren
        Klinkt wat chaotisch, vrij, melodieën klinken door elkaar.
  • Syncopische ritmes.
  • Instrumenten: veel klarinet, trompet, trombone, 
  • ritmesectie: drums, banjo, en akoestische bas.
  • In Chicago: Louis Armstrong die de solo's naar een
hoger plan tilt (techniek, timing) & scat vocals

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

III: Mainstream (+/- 1930-45)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Swing
- Mainstream betekent: 'wat de meeste mensen wel kennen', populaire muziek
-  Orkestsoort: Bigbands met groepen instrumenten (bv. saxofoonsectie, trompetsectie naast de ritmesectie)
- vrij veel uitgeschreven slechts deels 
geïmproviseerd
- heel succesvol, ook onder wit publiek

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bekende namen
  • Duke Ellington's bigband
  • Count Basie's bigband
  • Glenn Miller

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nachtclubs, drankverbod, maffia

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bigband in oorlogstijd

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

IV: Nieuwe stijl jazz (na +/- 1945)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Moderne jazz: repertoire
Ieder combo speelt grofweg dezelfde liedjes (waarom?)


Alleen de melodie & toonsoort worden afgesproken.

Rest wordt geïmproviseerd

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Moderne jazz: structuur
Vaste structuur: 

1: melodie door 1 instrument, rest speelt de begeleiding
2: één instrument krijgt de solo en improviseert om de melodie heen, rest als 1
3: als 2, met een ander solo-instrument
4: als 2 (dit herhaalt zich zo vaak je wilt)
5: als afsluiting hetzelfde als 1: de melodie, met de rest als begeleiding
1
2
3
4
5

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bebop
Dizzy Gillespie
Charlie Parker
  • heel snel
  • virtuoos
  • gejaagd gevoel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Cool Jazz
Miles Davis
  • ingetogen
  • rustig
  • beheerst

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Free Jazz
Geen toonladder, geen maat: geen regels
Alles is toegestaan...
Ornette Coleman

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Combistijl: fusion


Om jazz weer toegankelijk te 
maken gaan sommige 
artiesten jazz vermengen met rock.
Deze stijl heet Fusion of Jazzrock.
Weather Report

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

PO Musiceren
Groepsopdracht: 

Kies een nummer dat je wil gaan uitvoeren. Let op: je gaat van dit nummer een jazzy cover maken! Kies dus NIET een jazznummer maar liever een nummer dat daar qua stijl wat verder vanaf staat. 

Verdeel de partijen en ga op zoek naar bladmuziek / akkoorden / tutorials.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions