BK4 H3 Grammar 2 frequency

Bijwoorden van frequentie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bijwoorden van frequentie

Slide 1 - Slide

Bijwoorden van Frequentie (Tb p.47)
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet

Slide 2 - Slide

Bijwoorden van frequentie

Slide 3 - Mind map

Bijwoorden van frequentie
Bijwoorden van frequentie zijn woorden die aangeven hoe vaak iets gebeurd:
  • often (vaak)
  • sometimes (soms)
  • never (nooit)
  • always (altijd)
  • regularly (regelmatig)
  • usually (meestal)
  • etc.

Slide 4 - Slide

Bijwoorden van frequentie

Slide 5 - Slide

Bijwoorden van frequentie
Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurt.

Let op!!!
Verwar dit niet met een tijdsbepaling. Een tijdsbepaling geeft aan wanneer iets gebeurd.

Slide 6 - Slide

Uitleg 
Always, usually, never, often, sometimes en rarely  zijn bijwoorden van frequentie.
Ze geven aan hoevaak iets gebeurt. 
Waar ze komen te staan in een zin, hangt af van de werkwoorden in de zin.


Slide 7 - Slide

Het bijwoord van frequentie komt bijna altijd...
A
voor het werkwoord
B
achter het werkwoord

Slide 8 - Quiz

Waar komt het bijwoord van frequentie bij am / is / are?
A
Voor
B
Tussen
C
Achter

Slide 9 - Quiz

  • Wie - doet - wat - waar - wanneer?
  • Plaats voor tijd
  • Bw frequentie voor ww, behalve bij vorm van to be

Slide 10 - Slide

Kies de goede zin, waar het bijwoord van frequentie op de goede plek staat!
A
My uncle rarely is at home
B
My uncle is rarely at home.
C
My uncle is at home rarely
D
My rarely uncle is at home

Slide 11 - Quiz

Kies de goede zin, waar het bijwoord van frequentie op de goede plek staat!
A
He plays piano often
B
He plays often piano
C
He often plays piano
D
Often he plays piano

Slide 12 - Quiz

Kies de goede zin, waar het bijwoord van frequentie op de goede plek staat!
A
He always listens to the teacher
B
He listens to the teacher always
C
He listens always to the teacher
D
He listens to always the teacher

Slide 13 - Quiz

Maak nu zelf een zin met een bepaling van frequentie over jezelf.

Slide 14 - Open question

Oefenen
Textbook page : 


Slide 15 - Slide

Les doel
-Ik weet wat een bijwoord van frequentie is.
A
ja
B
een beetje
C
nee

Slide 16 - Quiz

Les doel
-Ik weet hoe ik een bijwoord van frequentie in de zin moet zetten!
A
ja
B
een beetje
C
nee
D
HELP!!!

Slide 17 - Quiz