herhaling les 4 09-03-2023



les 4 09-03-2023
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



les 4 09-03-2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In de mond vind de eerste spijsvertering plaats, namelijk
A
de vertering van koolhydraten door speeksel
B
De vertering van eiwitten door speeksel
C
de vertering van vetten door speeksel

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de slokdarm?
A
In deze darm wordt de voedselbrij richting maag geduwd
B
Hier wordt water onttrokken aan de onverteerde voedselresten.
C
Dit orgaan zorgt voor de aanmaak van galsap.
D
Hier gebeurt de eerste stap in het verteren van voedsel.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de maag?
A
In dit orgaan wordt de voedselbrij gekneed. Het toegevoegde spijsverteringssap werkt in op de eiwitten, waardoor die verkleind worden.
B
Hier wordt water onttrokken aan de onverteerde voedselresten.
C
Dit orgaan zorgt voor de aanmaak van galsap.
D
Hier gebeurt de eerste stap in het verteren van voedsel.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de lever?
A
In deze darm wordt de voedselbrij richting maag geduwd
B
Hier wordt water onttrokken aan de onverteerde voedselresten.
C
Dit orgaan zorgt voor de aanmaak van galsap.
D
Hier gebeurt de eerste stap in het verteren van voedsel.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
In dit orgaan wordt de voedselbrij gekneed. Het toegevoegde spijsverteringssap werkt in op de eiwitten, waardoor die verkleind worden.
B
Hier wordt water onttrokken aan de onverteerde voedselresten.
C
Hier wordt het laatste verteringssap toegevoegd. Dankzij het grote contactappervlak met het bloed verloopt de absorptie optimaal.
D
Hier gebeurt de eerste stap in het verteren van voedsel.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de dikke darm?
A
In deze darm wordt de voedselbrij richting maag geduwd
B
Hier wordt water onttrokken aan de onverteerde voedselresten.
C
Dit orgaan zorgt voor de aanmaak van galsap.
D
Hier gebeurt de eerste stap in het verteren van voedsel.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de functies van de organen uit het spijsverteringsstelsel?
Mond
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Opname van voedingsstoffen
Afvoeren van voedingsresten
Vervoeren 
Opname van water en zouten
Verteren
Kauwen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Zet de prikker op de lever. 
Zet deze op de lever

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de tekst naar de juiste plek
timer
1:30
Lever
maag

Alvleesklier
12-vingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Anus

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Waarvoor kan het meetinstrument SNAQ worden ingezet?​
A
Of er sprake is van ondervoeding
B
Of er risico is op decubitus
C
Of er sprake is van een zelfzorgtekort
D
Of er sprake is van een visuele beperking

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bij de SNAQ 65+ is in plaats van de BMI gekozen voor het meten van de:
A
Buikomvang
B
Bovenarmomtrek
C
Bovenbeenomvang
D
Polsomtrek

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Aders
Slagaders
Haarvaten
Naar het hart toe (meestal zuurstofarm)
Van het hart af (meestal zuurstofrijk)
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Waar start in het hart de prikkelgeleiding
A
AV-knoop
B
Sinusknoop
C
Vezels van Purkinje
D
Bundel van His

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

wat is een gemiddelde bloeddruk?
A
100/ 80
B
140/ 100
C
120/ 80
D
80/120

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Steunkousen
A
Helpt de vochtdoorstroming te verbeteren
B
Helpt de bloedstroom te verbeteren
C
Helpt de vet stroom te verbeteren

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit?
A
Een zak om haar mee te drogen
B
Een hulpmiddel om steunkousen mee aan te trekken
C
Een steunkous
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit hulpmiddel
A
Handy off
B
Doff n Donner
C
Steve Plus
D
Handy Legs

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Lymfoedeem
Spataderen
Trombose

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de werking van een steunkous?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Helpt vochtophoping te voorkomen
B
Zorgt voor strakkere huid
C
Druk buitenaf voorkomt stuwing in aders
D
Bevorderd de groei van nagels

Slide 23 - Quiz

Helpt om vochtophoping (lymfoedeem) te bestrijden of aderen te ondersteunen om terugstroom van bloed te bevorderen

Door druk van buitenaf wordt stroomsnelheid naar hart verhoogd en stuwing in aders voorkomen

In samenhang met activeren van spieren verhinderen kousen zo de verdere ontwikkeling van vaataandoeningen

Heeft meneer De ligt een...?
A
positieve vochtbalans
B
negatieve vochtbalans

Slide 24 - Quiz

wat dreigt hier te gebeuren?
Een zakelijk gesprek is een:
A
Informeel gesprek
B
Formeel gesprek

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Geef LSD, of gebruik LSD. Wat bedoelen we daarmee?

A
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
B
Lekker Samen met Dierbaren
C
Luisteren, Stil zijn, Doorpakken
D
Later Samen Doen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions