Grondstoffen voor Desembrood

Grondstoffen voor Desembrood

Leerdoelen

• Aan het einde van de les begrijp je de grondstoffen die worden gebruikt bij de bereiding van desembrood
• Aan het einde van de les begrijp je het belang van enzymen in het proces van desembrood maken
• Aan het einde van de les begrijp je het verschil tussen verschillende soorten meel en bloem bij de bereiding van desembrood
• Aan het einde van de les begrijp je het belang van de eigenschappen van graanproducten bij de bereiding van desembrood
• Aan het einde van de les begrijp je het verschil tussen biologisch graan en niet-biologisch graan

Wat weet je al over de grondstoffen voor desembrood?

Grondstoffen voor desembrood

• Desem: een rijsmiddel voor brood gemaakt van bloem en water
• Enzymen: eiwitten die chemische reacties versnellen
• Biologisch graan: graan dat niet of nauwelijks bewerkingen ondergaat en geen chemische bestrijdingsmiddelen bevat
• Microflora: de bacteriën en andere micro-organismen die aanwezig zijn in een specifieke omgeving

Het belang van enzymen

• Enzymen breken zetmeel af tot voedsel voor melkzuurbacteriën
• Ze versnellen chemische reacties in het desemproces

Verschillende soorten meel en bloem

• Desem kan gemaakt worden van tarwebloem, tarwemeel (volkoren) en roggebloem
• Keuze hangt af van eiwitgehalte, zetmeelgehalte, enzymactiviteit en microflora

Het belang van eigenschappen van graanproducten

• Eigenschappen van graanproducten zijn belangrijk voor de bereiding en kwaliteit van het deeg
• Eiwitten, zetmeel en verwerkingsprocessen spelen een rol

Biologisch graan vs. niet-biologisch graan

• Biologisch graan ondergaat weinig bewerkingen en bevat geen chemische bestrijdingsmiddelen
• Niet-biologisch graan kan meer bewerkt zijn en mogelijk chemische bestrijdingsmiddelen bevatten

Definitielijst

• Desem: een rijsmiddel voor brood gemaakt van bloem en water
• Enzymen: eiwitten die chemische reacties versnellen
• Biologisch graan: graan dat niet of nauwelijks bewerkingen ondergaat en geen chemische bestrijdingsmiddelen bevat
• Microflora: de bacteriën en andere micro-organismen die aanwezig zijn in een specifieke omgeving

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.