Week 4: Communicatiestijlen en DISC

Welkom!
Module pitchen

1 / 35
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Module pitchen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van vandaag
Je leert wat de DISC methode is
Je leert wat communicatiestijlen zijn
Je weet hoe je effectief kunt communiceren
Je weet hoe je de communicatiestijl van je gesprekspartner herkent

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Wat weet je nog?
Wat weet je al?
Theorie Communicatiestijlen & DISC
Energizer
Theorie DAS
Terugblik op de les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is reflectie?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Het proces waarbij je bewust stilstaat bij jouw ervaringen, gedachten, gevoelens en acties, en hier betekenis uit haalt om te leren en te groeien.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat levert reflectie jou op?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Communicatiestijlen & Disc
De manier waarop je communiceert heeft te maken met je persoonlijkheidskenmerken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat kun je met communicatiestijlen?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Theorie Disc
Uit onderzoek is gebleken dat je gedragskenmerken kunt groeperen in vier persoonlijkheidsstijlen. De letters DISC vertegenwoordigen deze vier stijlen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De D staat voor Direct, Dynamisch en Daadkrachtig. 
Heb je deze voorkeursstijl, dan:
> stel je je onafhankelijk op;
> ben je heel besluitvaardig en voortvarend;
> ben je gericht op resultaten en uitdagingen;
> ga je confrontaties zeker niet uit de weg.
Je bent gemotiveerd om problemen op te lossen en snelle resultaten te behalen. Je kunt over het algemeen slecht tegen mensen die jou proberen te controleren of je beslissing in twijfel trekken. Je houdt van uitdagingen, afwisseling, vrijheid van handelen en daadkracht.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De I staat voor Interactief, Interesse in mensen en Invloedrijk.
 Heb je deze voorkeursstijl, dan:

> praat je heel graag;
> ben je enthousiast en optimistisch;
> ken je veel mensen en maak je makkelijk contact;
> sta je graag in het middelpunt van de belangstelling.
Je bent gemotiveerd om anderen te overtuigen en beïnvloeden. Je hebt een hekel aan tijdsschema’s, routines, lijstjes en afwijzing. Je bent vaak open en druk je je gedachten en gevoelens meestal optimistisch uit. Je houdt van een vriendelijke sfeer, ruimte om (veel) te praten en plezier.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De S staat voor Stabiel, Sociaal en Samen
. Heb je deze voorkeursstijl, dan:

> wil je graag dat ieder het naar zijn zin heeft;
> maak je graag zaken af;
> breng je harmonie en stabiliteit in het team;
> werk je graag in teamverband.
Je bent gemotiveerd om een berekenbare omgeving te creëren die goed georganiseerd is. Over het algemeen hou je niet van veranderingen, onenigheid en om opgejaagd te worden. Je bent vaak geduldig en kunt goed luisteren. Je houdt van voorspelbaarheid, routine, samenwerken en vrede.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De C staat voor Correct, Consciëntieus en Calculerend. 
 Heb je deze voorkeursstijl, dan:
> ben je grondig en nauwgezet met details;
> hou je je graag aan de regels;
> volg je de procedures of schrijf je ze zelf;
> ben je diplomatiek in de omgang en een analytisch denker.
Je bent gemotiveerd om hoge standaarden te bereiken. Omdat je moeilijkheden wilt vermijden, ben je precies en nauwkeurig. Je kunt niet goed tegen kritiek, snelle beslissingen en onvoldoende tijd voor analyse en evaluatie. Je houdt van schema’s, lijstjes, correcte procedures en volmaaktheid.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Communicatiestijlen
Vul het invulformulier in en wacht als je klaar bent




Non conformistisch: past zich niet aan bij normen, gedrag of levensstijl
Conventioneel: traditioneel, gebruikelijk, klassiek


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Communicatiestijlen
  1. Tel per kolom het aantal punten op en schrijf dit onder het kolom
  2. De linker en de rechter kolom afzonderlijk optellen.
  3. Schrijf volgende woorden boven de  kolommen schrijven: Kolom 1: Informeel , Kolom 2: Formeel,  Kolom 3: Dominant, Kolom 4: Passief 
  4. Omcircel van welke score de hoogste is per deel  dus informeel of formeel en dominant of passief
  5. Trek van de hoogste score per deel de laagste score af en schrijf deze waarde op met achter het woord bij punt 6. 
  6. Plot de scores in het kwadrant (zie PDF’s voor de kwadranten) 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Deel de uitslag!
Ga staan in de vak waar je het meest dominant in bent
Deel je uitslag met je team en wissel uit of je je hierin herkent

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Portfolio opdracht: Communicatiestijlen

Wat houdt de DISC methode in?
Waar staat de D, I, S, C voor?
Wat is was je uitslag van opdracht communicatiestijlen en beschrijf wat je hierin van jezelf herkent
Voeg je ingevulde kwadrant toe

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Effectieve communicatie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Rood
5 tips om effectief te communiceren met rode mensen:

Praat over de grote lijnen en vermijd details (resultaat).
Geef alternatieven of opties en laat de ander zelf kiezen..
Ga niet in discussie en focus je op de feiten.
Geef de ander het gevoel dat hij de controle heeft.
Creëer een win/win-situatie.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Geel
5 tips om effectief te communiceren met gele mensen:

Wees vriendelijk en persoonlijk.
Maak contact en ga het gesprek aan.
Geef complimentjes en toon je waardering.
Vermijd details en zorg dat de ander overzicht krijgt/houdt.
Bied structuur en behoud de regie over je gesprek.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Groen
5 tips om effectief te communiceren met groene mensen:

Wees rustig en vriendelijk.
Toon oprechte interesse in de ander als mens.
Geef zoveel mogelijk zekerheden.
Stel gerust, nodig uit om vragen te stellen.
Laat de ander in zijn eigen tempo beslissingen nemen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Blauw
5 tips om effectief te communiceren met blauwe mensen:

Bereid je gesprek goed voor, presenteer details en kom met feiten.
Kies voor een wat formele benadering.
Geef de ander tijd en ruimte om na te kunnen denken.
Maak een actieplan met doelen en een planning.
Geef waar nodig een toelichting.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Theorie Klanttypen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Theorie Klanttypen
De dominante klant: deze persoon is veel aan het woord en is overtuigd van zijn eigen mening. Als je goed luistert/leest zal je er echter achter komen dat hij niet altijd met even goede argumenten komt.
De afstandelijke klant: deze persoon is analytisch en houdt van feiten en cijfers. Hij onderbouwt hiermee zijn argumenten. Waar ze echter minder mee op hun gemak zijn, zijn gevoelens. Dit proberen ze dan ook het liefst te vermijden.
De sociale klant: deze persoon wil graag aardig gevonden worden en zich geaccepteerd voelen. Ze durven niet altijd voluit hun mening te geven, echter betekent dit niet dat ze altijd maar tevreden zijn.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

En verwerk onderstaande vragen. zie document TEAMS
Hoe herken jij deze klant?
Hoe reageer je op deze klant?
Geef per type een voorbeeld van iemand uit de praktijk die je hierin herkent.
In welke fase van de verkoop verzamel je informatie over het type klant (DAS), waarmee je te maken hebt?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Inhoud Portfolio les 4
1. Wat houdt de theorie DiSQ in?
2. Waar staat de D, I, S, Q voor?
3. Wat was je uitslag van de opdracht communicatiestijlen en beschrijf wat je hierin van jezelf herkent?
4. Voeg je ingevulde kwadrant toe
5. Hoe kan een ander jouw effectief benaderen ( zie lessonup)
6. Klanttypen: DAS -> Hoe herken jij deze klant per klanttype?, Hoe reageer je op deze klant per klanttype en geef per klanttype een voorbeeld uit de praktijk van iemand die je hierin herkent


Let op! Houd lay out aan die staat in TEAMS

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Goal!
Je leert wat de DISQ methode is
Je leert wat communicatiestijlen zijn
Je weet hoe je effectief kunt communiceren
Je weet hoe je de communicatiestijl van je gesprekspartner herkent

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Voor mij is het duidelijk wat ik met de theorie van communicatiestijlen kan
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions