Les 3: Crème, tandpasta en shampoo

Tandpasta, crème 
en shampoo


In deze les gaan jullie kijken waar tandpasta, crème en 
shampoo uit bestaan en 
wat de functies van sommige 
bestanddelen zijn.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tandpasta, crème 
en shampoo


In deze les gaan jullie kijken waar tandpasta, crème en 
shampoo uit bestaan en 
wat de functies van sommige 
bestanddelen zijn.

Slide 1 - Slide

Tandpasta
In je mond zetten bacteriën suikers om in zuren. Deze zuren tasten het tandglazuur aan. 

Tandpasta is een schuurmiddel dat de tanden schoon polijst.

Er zit vaak ook fluoride in tandpasta, dit zorgt voor een sneller herstel van het tandglazuur. 

Slide 2 - Slide

Tandpasta
Heeft een reinigende en schurende werking

De meeste tandpasta's bevatten de volgende ingrediënten (hoeveelheid kan anders zijn):
  1. synthetische zeep en polijstmiddel
  2. water
  3. schuimmiddel
  4. verdikkingsmiddel
  5. waterbindmiddel
  6. smaak- en zoetstof
  7. kleurstof
  8. conserveermiddel
  9. stoffen ter voorkoming van cariës en tandvleesontsteking

Slide 3 - Slide

Tandpasta, functies ingrediënten
  • Synthetische zeep: verwijdering van tandplak.
  • Schuurmiddel (bijv. kalk): verwijdering van tandplak.
  • Schuimmiddel: zorgt dat tandpasta door de hele mond wordt verspreidt en zo in contact komt met alle tanden en kiezen.
  • Smaak en zoetstof (bijv. menthol, sorbitol): voor een aangename smaak in de mond.
  • Stoffen ter voorkoming van cariës en tandvleesontsteking (bijv. fluoride):  versterkt het tandglazuur.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Crème
Je huid kun je schoonmaken en verzorgen met crème. verzorging is nodig om een droge huid te voorkomen.

Bestaat uit water en olie of vet.

Het is dus een emulsie!

Slide 6 - Slide

De huid

Slide 7 - Slide

Wanneer spreken we van een droge huid?
De bovenste laag van de huid is te vergelijken met een bakstenen muur. De bakstenen zijn de hoorncellen en het cement de huidvetten. 

Bij een droge huid zijn de hoorncellen gekrompen en is er te veel ruimte voor de huidvetten.
De aanvoer van nieuwe huidvetten is verstoord.

Door de grote ruimtes die zijn ontstaan neemt het vochtverlies nog verder toe.

Irriterende stoffen kunnen gemakkelijker de huid binnendringen en een erge huidaandoening veroorzaken.

Slide 8 - Slide











Een droge huid is dus veel gevoelliger voor invloeden van buitenaf.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waarvoor kan crème gebruikt worden?
  • om de huid te reinigen (verwijderen olie- en vetachtig vuil)
  • om de huid te beschermen tegen invloeden van buitenaf (bijv. zonnebrandcrème)
  • om de huid er beter te doen uitzien
  • om de huid te koelen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Kun je zelf shampoo maken?
In het volgend filmpje kun je dit ontdekken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Je huid kan je schoonmaken met een crème. Waaruit bestaat een crème?
A
Water.
B
Water, olie en vet.
C
Olie.
D
Water, olie, vet en een emulgator.

Slide 16 - Quiz

Wat voor shampoo gebruik je voor vet haar?
A
Shampoo die de talgklieren activeert
B
Shampoo voor vet haar
C
Shampoo voor droog haar
D
Shampoo tegen vet haar.

Slide 17 - Quiz

Welke stof is een suspensie?
A
Bronwater
B
Cola
C
Shampoo
D
Sinaasappelsap

Slide 18 - Quiz

Ander woord voor crème?
A
Lotion
B
Zalf
C
Shampoo
D
Nagellak

Slide 19 - Quiz

Fluoride in je tandpasta
A
doodt de bacteriën.
B
doet je gebit glimmen.
C
vult gaatjes.
D
herstelt het tandglazuur.

Slide 20 - Quiz

Eline ziet op het etiket van een tube ‘fluoridetandpasta’ dat er kalk (=calciumcarbonaat CaCO ) in de tandpasta is verwerkt. Zij wil het calciumcarbonaat in de tandpasta aantonen. Daarom mengt ze een beetje tandpasta met water. Er ontstaat een witte, troebele vloeistof.

Hoe noem je zo’n troebele vloeistof?

A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing
D
Schuim

Slide 21 - Quiz

Shampoo voedt je haar?
A
feit
B
fabel

Slide 22 - Quiz

In tandpasta zit zeep.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 23 - Quiz