H4 marketing

Marktverovering H4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Marktverovering H4

Slide 1 - Slide

Marketingmix
In H4 wordt de marketingmix besproken. We kijken naar vier onderdelen die samen bepalen hoe de marketingdoelstelling gerealiseerd moet worden.

Slide 2 - Slide

Marketingmix
In H4 wordt de marketingmix besproken. We kijken naar vier onderdelen die samen bepalen hoe de marketingdoelstelling gerealiseerd moet worden.

Prijs           Product            Plaats           Promotie

Slide 3 - Slide

Prijs
Met de prijs kun je de volgende doelen bereiken:
- behalen maximale winst of maximale omzet
- verbeteren van de continuïteit
- ontmoedigen van mogelijke concurrenten
- uit de markt werken van bestaande concurrenten

Slide 4 - Slide

Prijs
Hoe treedt je toe tot de markt?

- penetratiepolitiek (beginnen met een lage prijs)
- afroompolitiek (beginnen met een hoge prijs)
- prijsdifferentiatie (verschillende doelgroepen krijgen verschillende prijs).
Bespreken voorwaarden op bladzijde 43 en 44

Slide 5 - Slide

Product
Bij het product gaat het om twee kenmerken:

- Materieel (kwaliteit, uiterlijk, technische eigenschappen)
- Immaterieel (merk, garantie, service)

Slide 6 - Slide

Product
Een immateriële eigenschap is het merk. We onderscheiden:

A-merk (veel reclame, fabrikantenmerk, overal verkrijgbaar, hoge prijs)

B-merk (minder reclame, fabrikantenmerk, niet overal verkrijgbaar, iets lagere prijs, vaak huismerk)

C-merk (bijna geen reclame, alleen verkrijgbaar bij de "goedkope" winkels.

Slide 7 - Slide

A-merk

B-merk
C-merk
Coca Cola
Schultenbrau bier
Jumbo koffiebonen

Slide 8 - Drag question

Plaats
Het gaat hier om twee vragen:

- waar kan de afnemer het product kopen?
- via welke kanalen komt het product op deze plaats terecht?

Slide 9 - Slide

Plaats
Directe distributie:  de fabrikant verkoopt direct aan de uiteindelijke afnemer. Er zitten geen schakels tussen.

Fabriek ---> afnemer


Slide 10 - Slide

Plaats
Directe distributie:  de fabrikant verkoopt direct aan de uiteindelijke afnemer. Er zitten geen schakels tussen.

Indirecte distributie:   de fabrikant maakt gebruik van tussenhandelaren om het product bij de afnemer te krijgen.

Fabrikant --> groothandel --> kleinhandel --> afnemer

Slide 11 - Slide

Plaats
Als een ondernemer kiest voor indirecte distributie, moet hij een strategie hebben waarmee hij het product uiteindelijk in handen van de consument krijgt.

We onderscheiden daarvoor twee strategieën:
- Push-strategie
- Pull-strategie

Slide 12 - Slide

Plaats
Pull-strategie:   de fabrikant gaat veel reclame maken. Hij zorgt dat zijn mogelijke afnemers het product leren kennen en dit product vervolgens gaan vragen bij de winkel. De winkel neemt het daarom op in het assortiment

Slide 13 - Slide

Plaats
Push-strategie:   de fabrikant bewerkt de tussenhandel zodat het voor hen aantrekkelijk wordt om het product op te nemen in het assortiment. Vervolgens maakt de consument kennis met het product.

Slide 14 - Slide

Promotie
Met promotie brengt de producent een nieuw of bestaand product onder de aandacht van het publiek met als doel de omzet positief te beïnvloeden.

Slide 15 - Slide

Promotie
We onderscheiden hierin:

- reclame
- persoonlijke verkoop
- sales promotion
- sponsoring

Slide 16 - Slide

Promotie
Reclame:

Kenmerk: er moet voor betaald worden!
Doel: verandering koopgedrag, bereiken van naamsbekendheid.

Collectieve reclame: reclame voor een hele productgroep
Individuele reclame: reclame voor een bepaald merk

Slide 17 - Slide

Promotie
Sales promotion:

Activiteiten die de verkoop bevorderen, gericht op de tussenhandel of de consument.

Voorbeelden:  (kortingen, merchandising, speciale schappen in de supermarkt)

Slide 18 - Slide

Promotie
Persoonlijke verkoop:

Hierbij gaat de fabrikant, via vertegenwoordigers, direct in gesprek met de afnemer. 

Slide 19 - Slide

Promotie
Sponsoring:

Samenwerking tussen twee partijen, waarvan beiden voordeel hebben. 

Het geven van geld, goederen of diensten in ruil voor publiciteit.

Slide 20 - Slide