Paardenklas GHROKA

1 / 17
next
Slide 1: Video
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Signalement

Slide 2 - Mind map

Wat wordt bedoeld met het geslacht en kun jij een voorbeeld noemen?

Slide 3 - Open question

Op welke manier wordt de hoogte gemeten bij een paard of pony?

Slide 4 - Open question

Weet jij een bekend ras en welke kenmerken daarbij horen? Denk hierbij aan de paarden op de manege.

Slide 5 - Open question

Hoe kun je aan een paard zien of hij jong of oud is?

Slide 6 - Open question

Wat voor soort aftekeningen kan een paard allemaal hebben?

Slide 7 - Open question

Wat verstaan we onder 'kuddegedrag'?
A
Een paard is graag alleen
B
Een paard eet liever alleen
C
Een paard is niet graag alleen
D
Een paard vlucht alleen

Slide 8 - Quiz

In de omgang met paarden gebruiken we vaak twee belangrijke dingen. Welke zijn dat?
A
Straffen en verwennen
B
Belonen en straffen
C
Belonen en aanspreken
D
Belonen en observeren

Slide 9 - Quiz

Wat verstaan we onder het exterieur van het paard?
A
De binnenkant van een paard
B
Het karakter van een paard
C
De kleur van een paard
D
De uiterlijke kenmerken van een paard

Slide 10 - Quiz

Veel paarden zijn te dik. Hoe kun je zien/voelen dat een paard op gewicht is?
A
Ribben voelbaar en zichtbaar
B
Ribben niet zichtbaar, wel voelbaar
C
Aan de ribben kun je het niet zien/voelen
D
Ribben niet voelbaar en zichtbaar

Slide 11 - Quiz

Waar zit de elleboog van een paard?
A
Bij de achterbenen
B
Tussen de pijp en de koot
C
Bij zijn oksel
D
Bij zijn achterknie

Slide 12 - Quiz

Welke onderdelen horen bij de achterhand van een paard?
A
Kruis, schoft en pijp
B
Kruis, hak en bil
C
Pijp, knie en elleboog
D
Pijp, schoft en kogel

Slide 13 - Quiz

Waar dienen zintuigen voor?
A
Beweging
B
Voortplanting
C
Contact maken met de buitenwereld
D
Vertering

Slide 14 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met warmbloedige en koudbloedige paarden?
A
Temperament en bloedtemperatuur
B
Temperament en bouw
C
Temperament en snelheid
D
Temperament en uithoudingsvermogen

Slide 15 - Quiz

Een ander woord voor harnachement is?
A
Zadel, hoofdstel en bit
B
Zadel, voeding en bit
C
Zadel, deken en longeerlijn
D
Zadel, hoofdstel en zweep

Slide 16 - Quiz

Wat is belangrijk bij het huisvesten van een paard?
A
Gras
B
5m bij 5m stallen
C
Poetsen
D
Voldoende ruwvoer

Slide 17 - Quiz