This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Pak alvast je boek erbij
Slide 1 - Slide
Deze les
Lezen
H3 Lezen: nieuwe tekstverbanden
Nakijken oefening leestekens
Extra uitleg leestekens/ lezen of boekopdracht
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van de les
... kan je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
... kan je samenvattende, voorwaardelijke, toegevende en doel-middel verbanden in een tekst herkennen.
Slide 3 - Slide
Even opfrissen
Log in via LessonUp.app
Slide 4 - Slide
Waarom gebruiken we signaalwoorden in een tekst?
Slide 5 - Open question
Wat is een kernzin?
Slide 6 - Open question
'Omdat' is een signaalwoord
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
'Bijvoorbeeld' is een signaalwoord voor een concluderend verband
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
'Doordat, daardoor, dus, dankzij' zijn signaalwoorden voor een oorzakelijk verband
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat is een signaalwoord voor een redengevend verband?
A
Kortom
B
Doordat
C
Daarom
D
Zoals
Slide 10 - Quiz
Bij een toelichtend verband...
A
Worden gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde beschreven.
B
Worden verschillende dingen achter elkaar genoemd.
C
Worden tegenovergestelde dingen genoemd.
D
Wordt extra informatie gegeven (vaak een voorbeeld).
Slide 11 - Quiz
Vier nieuwe tekstverbanden
Zie blz. 76-77
Schrijf mee!
Slide 12 - Slide
Doel-middelverband
Geeft middel aan om doel te bereiken
Signaalwoorden: zodat, met (behulp van), middels, aan de hand van, door middel van, opdat
Bijv.: 'We kijken de opdrachten na, zodat jullie kunnen leren van jullie fouten.'
Slide 13 - Slide
Samenvattend verband
Auteur geeft korte weergave van informatie uit de tekst
Signaalwoorden: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
Bijv.: 'Met andere woorden: er wordt te veel geklierd en te weinig gewerkt.'
Slide 14 - Slide
Voorwaardelijk verband
Geeft aan onder welke voorwaarden iets gebeurt
Signaalwoorden: als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits
Bijv. 'We kunnen nog een potje Lingo doen, mits jullie hard aan de slag gaan.'
Slide 15 - Slide
Toegevend verband
Een andere kant van een zaak wordt aangegeven
Signaalwoorden: ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin
Bijv.: 'Hoewel ik dat graag zou willen, doe ik het niet.'
Slide 16 - Slide
Aan de slag
Maak opdracht 1: vraag 2 t/m 5 en 10 t/m 12, blz. 76-77
10 minuten
Klaar? Even pauze
We kijken na als iedereen klaar is
Slide 17 - Slide
Laatste onderdeel
Kiezen uit:
Extra uitleg/ oefenen leestekens
Lezen
Werken aan fictie-opdracht (zie Classroom)
Slide 18 - Slide
Verschil komma en punt
Komma: korte pauze > lees de zin voor, dan hoor je het!
Punt: "langere pauze" > ook dit kan je goed horen als je de zin voorleest. De zin is echt afgesloten en je gaat door naar de volgende zin. Bijv.: 'Maria houdt erg van voetbal () ook vind ze het leuk om te tennissen en te zwemmen.' > lange of korte pauze?
Slide 19 - Slide
Puntkomma
Zit een beetje tussen punt en komma
Een punt kan soms ook, maar dan staan de mededelingen losser van elkaar.
Maar: een komma kan niet. Het gaat namelijk echt om twee zelfstandige zinnen. Bijv.: 'Afgelopen zomer was het erg warm; vooral in augustus was het vaak boven de 30 graden.'
Slide 20 - Slide
Dubbele punt
Als je in het 1e deel van de zin 'de/ het volgende' of 'als volgt' kan toevoegen Bijv.: 'Het advies luidt dan ook [als volgt]: maak de kuur helemaal af. '
Of in het 2e deel van de zin 'namelijk, immers of want' kan toevoegen Bijv.: 'We hebben een mooie zomer gehad: er was [namelijk] veel zon en de temperaturen waren aangenaam.' > puntkomma kan ook Bijv.: 'Ik kom iets later: [want] ik sta nog in de file.' > puntkomma kan ook
Slide 21 - Slide
https://onzetaal.nl/taalloket/komma-algemene-regels > kijk hier voor nog meer uitleg over de komma
Extra oefenen kan in de online methode
Slide 22 - Slide
Verschil samenvattend en concluderend
Samenvattend verband: in de tekst wordt het onderwerp uitgebreid besproken. In de samenvattende zin wordt het belangrijkste nog eens benoemd.
Concluderend verband: in de tekst worden bepaalde uitspraken over een onderwerp gedaan. In een concluderende zin wordt uiteindelijk benoemd wat dit dan betekent.