5.1 Wat heb je nodig?

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat is een balans?

Leergesprek : 

Wat is evenwicht ? 

Hoe ontstaat evenwicht? 

Leerdoelen

• Ik kan aangeven wat de functie van een balans is
• Ik kan drie voorbeelden van vaste activa geven
• Ik kan drie voorbeelden van vlottende activa geven
• Ik kan twee voorbeelden van liquide activa geven
• Ik kan de debetzijde van de balans opstellen

Programma deze les

• Uitleg 
• Oefenen
• Opdrachten
• Afsluiting
•  Huiswerk

Waarom zijn activa en passiva op een balans gelijk?

1. Als dat niet zo is dan kom je in de schulden
2. Passiva is het vermogen, waarmee de bezittingen zijn gefinancierd
3. Anders is het onoverzichtelijk
4. Zo niet dan zijn er meer activa dan passiva

Vaste activa

1. gaan langer dan 1 jaar mee
2. gaan korter dan 1 jaar mee
3. staan aan de debetzijde van de balans
4. staan aan de creditzijde van de balans

Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?

1. Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
2. Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
3. Activa die precies één periode of jaar meegaan
4. Activa die één periode meegaat

Onder welke categorie valt een bedrijfsauto?

1. Liquide middelen
2. Eigen vermogen
3. Vlottende activa
4. Vaste activa

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren

1. Vaste activa
2. Eigen Vermogen
3. Liquide middelen
4. Vlottende activa

Opdrachten maken

Wat :  Maken paragraaf  5.1 , opdracht 

             1 t/m 5 

Hulp:  je boek 

Hoe:   Zelfstandig werken 

Tijd :   15 minuten

Waar haal je het geld voor je bedrijf vandaan?

Dat hoor je de volgende les ....!

• Eerst even kijken of de leerdoelen van vandaag behaald zijn....

Leerdoelen

• De functie van een balans is .............
• Drie voorbeelden van vaste activa  zijn ........
• Drie voorbeelden van vlottende activa zijn ......
• Twee voorbeelden van liquide activa zijn ........
• De debetzijde van de balans  ziet er zo uit .........

Evaluatie

Jouw antwoord op evaluatie vraag
Wat heb ik geleerd deze les?

Huiswerk

Doornemen 

   paragraaf  5.1

Maken 

  de opdrachten  6, 8 en 10