6V Zuid-Amerika §2.2

1 / 35
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Demografisch Transitiemodel
  • Waar meeste z-Amerikaanse landen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is demografische druk?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Demografische druk


Slide 6 - Slide

Groene & 
Grijze druk
Vicieuze cirkel
Regel:
hoe rijker een land, hoe lager het vruchtbaarheidscijfer en hoe lager de natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Fase 1
Fase 2/3
Fase 3/4
Fase 4/5
Armoede
Nederland
Bevolkingsexplosie
Slecht drinkwater
Hoge grijze druk
Tekort aan scholen
Piramide
Klok

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Is bij deze bevolkingsopbouw
sprake van een hoge groene
druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

§2.2 Armoede en Welvaart
Lesdoelen
1 Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van het ontstaan van een duale economie?

2 Waardoor wordt de duale ontwikkeling van de landbouwsector, de mijnbouwsector en de industriesector gekenmerkt?

3 Hoe hebben de beroepsbevolking, de welvaart en de verdeling daarvan zich in Zuid-Amerika ontwikkeld?








Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt verstaan onder duale economie?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Landbouw
Agrarische transitie = overgang van een maatschappij gericht op de landbouw (primaire sector) naar een maatschappij gericht op industrie (secondaire sector) en diensten (tertiaire sector).
De-agrarisatie = afname van belang van de landbouw (qua werk en aandeel totale productie) in een maatschappij.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is géén gevolg van de-agrarisatie?
A
Afname werkgelegenheid
B
Toename import voedsel
C
Daling kindersterfte
D
Toename belang tertiaire sector

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Gini-coëfficient
Sociale ongelijkheid meten we dmv de GINI-index. De lorenzcurve is hiervan de grafische weergave. 

Waar is meer ongelijkheid, Brazilië of Hongarije?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ongelijkheid
Getal tussen 0 en 1
Bij 0 is alles gelijk verdeeld
Bij 1 verdient 1 iemand alles en de rest niks

In Brazilië
- Inkomensongelijkheid neemt af, maar nog altijd relatief groot. 
- Armoede vooral bij de zwarte bevolking en inheemse bevolkingsgroepen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is demografische druk?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Sociale polarisatie op het platteland
Grote landbouwbedrijven tegenover kleine keuterboeren
Latifundia                        vs.                                     Minifundia

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Een voordeel van importsubstitutie was dat het zorgde voor
A
werkgelegenheid
B
goedkope producten
C
goede producten
D
goede externe relaties

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Exportvalorisatie wil zeggen dat er
A
producten worden uitgevoerd
B
grondstoffen worden bewerkt voordat ze worden uitgevoerd
C
minder producten worden uitgevoerd
D
producten die werden uitgevoerd nu voor eigen consumptie worden gebruikt

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions