This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H14
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil tussen het primaire en het secundaire inkomen?
A
Inkomstenbelasting, BTW en sociale uitkeringen
B
Sociale uitkeringen en inkomstenbelasting
C
Inkomstenbelasting, subsidies en sociale uitkeringen
D
BTW, subsidies, sociale premies
Slide 2 - Quiz
personele inkomensverdeling wordt weergegeven d.m.v.
A
lorenscurve
B
lurenzcure
C
lorenzcurve
D
lorunzcurve
Slide 3 - Quiz
De verdeling van de brutolonen van Nederland is schever dan die van Zweden, terwijl het gemiddelde brutoloon in beide landen even hoog is. Een leraar oppert daarvoor twee verklaringen: 1) De belastingen zijn in Nederland hoger idann Zweden 2) Het minimumloon is in Nederland lager dan in Zweden
A
Verklaring 1 is juist, verklaring 2 is onjuist
B
Verklaring 1 is onjuist, verklaring 2 is juist
C
Beide verklaringen zijn juist
D
Beide verklaringen zijn onjuist
Slide 4 - Quiz
Welke maatregel nivelleert de inkomens?
A
Alle mensen met een inkomen betalen 40% belasting
B
Over de eerste € 40.000,- betaal je 20% belasting, over de rest 30%
C
Over de eerste € 40.000 betaal je 10% belasting, over de rest 5%
Slide 5 - Quiz
Stel: je tekent de Lorenzcurve van de volgende vijf inkomens: Pim € 60,- Memphis € 120,- Jolanda € 80,- Abir € 200,- Otto € 40,- Hoeveel % van het inkomen past bij de Lorenzcurve van bovenstaande vijf inkomens bij 40% van de bevolking?
A
8%
B
12%
C
20%
D
36%
Slide 6 - Quiz
40% van de bevolking is hier 2 personen.
De laagste twee: 40 + 60 = € 100,-
Het totale inkomen is € 500,-
Dus: 100 delen door 500 x 100 = 20%
Slide 7 - Slide
Zonder overheidsingrijpen is de inkomensverdeling de ... inkomensverdeling
A
primaire
B
secundaire
Slide 8 - Quiz
Na heffing van inkomstenbelasting en verstrekken van uitkeringen is de inkomensverdeling de ... inkomensverdeling
A
primaire
B
secundaire
Slide 9 - Quiz
Welk type belastingsysteem nivelleert de primaire inkomens?
A
degressief belastingsysteem
B
vlaktaks
C
progressief belastingsysteem
Slide 10 - Quiz
Bruto-inkomen € 60.000,- € 40.000,- Netto-inkomen € 36.000,- € 28.000,- Is hier sprake van nivellering of een denivellering van de inkomens?