sollen --> moeten: het is de wil van iemand anders.
Jij moet meteen naar de lerares komen.
Du sollst sofort zur Lehrerin kommen.
Zal ik mijn ouders de waarheid vertellen?
Soll ich meinen Eltern die Wahrheit sagen?
Je moet opruimen!
Du sollst aufräumen!
Berlijn moet echt een coole stad zijn.
Berlin soll echt eine coole Stadt sein.
- zullen: vragend in de vorm ich en wir.
Zal ik je helpen ?
Soll ich dir helfen?