10.1 en 10.2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Planning voor vandaag

1. Wat kan je verwachten bij biologie?

2. Startopdracht

3. Uitleg 10.1

4. Zelf aan de slag

Wat kan je verwachten komende periode?

1. uitleg in de les (aantekeningen)

2. soms onverwachts huiswerkcontrole (2x huiswerk niet gemaakt? 1 uur nakomen)

3. tijdens uitleg is het stil

4. De opdrachten uit de les kijk je ZELF na thuis

Schrijf op;

code van Lessonup= dggrz

deze periode 1 uur

Wat kan je verwachten bij biologie?

Startopdracht

maak blz. 104-105

Eerste 10 minuten is het stil

Lesdoelen

Je kunt de delen van het zenuwstelsel benoemen.

Je kunt de taken van de delen van het zenuwstelsel noemen.

Zenuwstelsel

Bestaat uit twee onderdelen:

1. Centrale zenuwstelsel (kleine hersenen,
grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg)

2. Zenuwen

Dit is een aantekening

Opdracht (stilte)

1. Zoek in je boek wat deze begrippen betekenen:

Prikkel - Zintuig - Impuls

2. Zoek uit wat de 2 taken zijn van
het centrale zenuwstelsel

Tip; lees 10.1

Antwoorden

1.
Prikkel: invloed uit omgeving op organisme (geur, licht).

Zintuig: Orgaan dat op prikkels reageert.

Impuls: elektrische signalen die door zenuwen worden voorgeleid. Deze ontstaan in zenuwcellen.

2.
-Het verwerken van de impulsen die van de zintuigen af komen
-Het regelen van de werking van spieren en klieren

Dit is een aantekening

Aan de slag

Kies zelf 4 opgaven bij 10.1

Niet af? Maak het na schooltijd af in 012.

www.npo3.nl

Planning

1. Herhalen

2. stukje uitleg & aan de slag

Herhaling

1. wat is het centrale zenuwstelsel?

2. wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls?

Lesdoelen

1. Je kunt de delen van een zenuwcel benoemen.

2. Je kunt 3 typen zenuwcellen noemen.

3. Je weet wat een zenuw is.

lees 10.2 Zenuwcellen en Zenuwen

Klaar? Schrijf de dikgedrukte woorden op en zoek de betekenis

Bouw zenuwcel

Zenuwcel bestaat uit cellichaam - celkern - uitloper

Opdracht: teken een zenuwcel (gebruik boek)

Voorbeeld

Taak zenuwcellen?

Opdracht

Schrijf de kenmerken op van een
gevoelszenuwcel, bewegingszenuwcel en een schakelcel

Minstens 2 kenmerken per zenuwcel

Gebruik 10.2

Antwoorden

Gevoelszenuwcel:
-geleiden impulsen van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
-liggen vlakbij het centrale zenuwstelsel
-hebben 1 lange uitloper die impulsen naar cellichaam toe geleidt

Dit is een aantekening

Antwoorden

Bewegingszenuwcel: 
-geleiden impulsen van centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren

-liggen in het centrale zenuwstelsel

-hebben 1 lange uitloper van het cellichaam af

Schakelcel: 
-geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel
-liggen geheel in centrale zenuwstelsel

Dit is een aantekening

Aan de slag

Kies zelf 5 opdrachten bij 10.2

zelf nakijken thuis daarna via SomToday (leermiddelen)