Vier ogen, zes ogen, acht ogen
Spinnen hebben een lijf in twee delen: kop en borst zijn met elkaar vergroeid. Daar zit het achterlijf aan vast. Het kop-borststuk heeft tot acht ogen, twee paar monddelen en acht poten. Ondanks de vele ogen kunnen de meeste spinnen slecht licht en donker onderscheiden. Alleen de zogenaamde jachtspinnen, die hun prooi bespringen, kunnen iets beter zien. Het wapen van de spin zijn de twee beweeglijke kaakklauwen. Ze staan in verbinding met gifklieren. Als een spin bijt, vloeit er tegelijk gif in het slachtoffer.