This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
safae
Fabian
Sandra
Rihanna
Rishana
Khadidja
Mohamed
Ineya
Anelia
Abullah
Daniela
Julia
Xavi
Desha
Meysa
Amin
Israa
Daniela
Sami
Baran
Yasmine
Preciosa
Magdi
Amelia
Docent
Slide 1 - Slide
Review
Vocabulary
Stones
Grammar
Slide 2 - Slide
Theme 5 - Down Under
Slide 3 - Slide
Continent
Mountain range
Outback
Coastline
Coral reef
Slide 4 - Drag question
suitable
field
explanation
creature
arrange
likewise
current
tend to
levend wezen
uitleg
geneigd zijn om
geschikt
stroming
insgelijks
veld
regelen
Slide 5 - Drag question
flight
coastline
drought
field
island
wildlife
Slide 6 - Drag question
to pack
vast
current
creature
flip-flops
heat
Slide 7 - Drag question
available
opponent
destruction
rubbish
to regret
to honour
Slide 8 - Drag question
Australia is the world's smallest .
I like her. She's a really person.
During the nothing grows here.
We live in a very area in Australia.
You must wear to protect your skin.
The cobrais a very snake.
Australia is a country, it's extremely big.
Switzerland has no .
continent
down-to earth
remote
vast
venomous
territory
drought
coastline
sunscreen
Slide 9 - Drag question
Vertaal het volgende woord: removal van
Slide 10 - Open question
Vertaal het volgende woord: werelddeel
Slide 11 - Open question
Vertaal het volgende woord: apparently
Slide 12 - Open question
Vertaal het volgende woord: exchange
Slide 13 - Open question
Make a sentence: go backpacking
Slide 14 - Open question
Make a sentence settle
Slide 15 - Open question
Stone 11, praten over gebruiken
6 zinnen.
Denk aan je hoofdletters en leestekens.
Slide 16 - Slide
Vertaal de zin naar het Engels: Op nationale feestdagen wonen ze muziekevenementen bij.
Slide 17 - Open question
Vertaal de zin naar het Engels: In mijn land gaan mensen in hun vrije tijd naar buitensportevenementen.
Slide 18 - Open question
Vertaal de zin naar het Engels: Hier gaan mensen vaak naar het platteland.
Slide 19 - Open question
Vertaal de zin naar het Engels: De mensen in Australië zijn heel goed in koken.
Slide 20 - Open question
"Mom, I'm going to bake a .............. cupcakes this afternoon. All my friends want to taste them. How .............. eggs do we still have? And how ............. butter is in the fridge?"
Mom: "Ow, let me check. It looks like there is only a ............ eggs left. And there is also just a ............ butter. I don't think you will have enough. I'm doing groceries later today. I'll bring you some."
much
many
little
few
lot of
Slide 21 - Drag question
Hoe vond je dit om te doen? Moeilijk, makkelijk, waarom?