This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom :)
Slide 1 - Slide
Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij
startvraag: wat is het elektriciteitsnet?
en: wat zijn de 4 stappen/onderdelen van een elektriciteitscentrale?
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Vandaag:
1.1 -
werking van een transformator uitleggen
spanning van een transformator uitrekenen
Slide 3 - Slide
Vandaag:
Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
Checkvragen maken
Opdrachten maken.
Controle & afsluiting
Eerst: waarom [onderwerp]?
Slide 4 - Slide
Waarom?
Slide 5 - Slide
Gelijkspanning en wisselspanning
Gelijkspanning Wisselspanning
- Stroom loopt - Stroom loopt telkens in
altijd in dezelfde richting andere richting
- Vaste + en - - Geen vaste + en -
- Bijv. batterij / accu - Bijv. dynamo / netspanning
Slide 6 - Slide
Gelijkspanning / Wisselspanning
Een batterij of accu levert gelijkspanning. de spanning is altijd hetzelfde.
De spanning op het stopcontact (lichtnet) gaat 50 keer per seconde (50 Hz) op en neer. dit heet wisselspanning
De (effectieve) spanning is 230 V.
Slide 7 - Slide
Transformeren
De spanning veranderen heet transformeren
Dit kun je doen met een transformator
een transformator bestaat uit twee spoelen
Het aantal windingen bepaalt hoe de spanning verandert
Slide 8 - Slide
Hoe werkt: transformeren
De elektrische energie in de primaire spoel wordt omgezet in magnetische energie in de weekijzeren kern
deze magnetische energie wordt omgezet in elektriciteit met een hogere of lagere spanning
Slide 9 - Slide
Omhoog en omlaag transformeren
Up = Spanning over de primaire spoel (in V)
Us = Spanning over de secundaire spoel (in V)
Np = Aantal windingen van de primaire spoel
Ns = Aantal windingen van de secundaire spoel
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Een transformator heeft een primaire spoel met 400 windingen en een secundaire spoel met 10 windingen. De primaire spanning is 230 V. Bereken de secundaire spanning.
Slide 12 - Open question
Opdracht
Maak: opdrachten routekaart van 1.1
Werkvorm: zelfstandig, tijd
ben je klaar? probeer: opdr 2 en 3 van 1.2 (lees eerst de theorie)