comparisons

Welcome TH2H
Today: Grammar!!
Geen Boek nodig.
Geen laptop nodig!
Alleen pen en papier op tafel. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welcome TH2H
Today: Grammar!!
Geen Boek nodig.
Geen laptop nodig!
Alleen pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Slide

Lesson aims
You know what a comparative is.
You can fill in the correct form of the comparative. 

Slide 2 - Slide

Planning
Explanation about comparatives. (15 minutes)
Do the assignments on the worksheet! (25 minutes)
Handout vocabulary + Round off lesson ( 5 minutes) 

Slide 3 - Slide

Comparisons
We are going to learn how to make comparisons .

comparative 
(vergrotende trap + )
superlative 
(overtreffende trap ++ )

Slide 4 - Slide

Even terug naar wat je al kent
Als het goed is weet je van de Nederlands lessen wat  bijvoegelijke naamwoorden zijn...

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
een lang meisje, een mooi boek, een belangrijk onderwerp

Slide 6 - Slide

Met die bijvoegelijke naamwoorden kunnen we vergelijkingen maken
een langer meisje, het mooiste boek, een even belangrijk onderwerp

In het Engels kan dat natuurlijk ook.

Slide 7 - Slide

Wat zijn trappen van vergelijking?
De trappen van vergelijking gebruik je om 2 of meer dingen met elkaar te vergelijken.

v.b.
Mijn zus is ouder dan jouw zus.
Dit is het beste boek dat ik ook heb gelezen.

Slide 8 - Slide

In het Engels: 
Trap 1: Positive degree
big / beautiful / good / bad / intelligent

Trap 2: Comparative degree
bigger / more beautiful / better / worse / more intelligent

Trap 3: Superlative degree
biggest / most beautiful / best / worst / most intelligent

Slide 9 - Slide

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep gaan de trappen als volgt:

big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest

Slide 10 - Slide

more / most
Bij woorden van twee of meer lettergrepen gaan de trappen als volgt:

beautiful / more beautiful than / the  most beautiful
interesting / more interesting than / the most interesting
stunning / more stunning than / the most stunning

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

as ... as
Als je wilt zeggen dat 2 dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je as ... as (net zo ... als)

You're as tall as my brother.
She is as old as her cousin.
Your girlfriend is almost as pretty as mine.

Slide 13 - Slide

Spellingsregel 1
Woorden van twéé lettergrepen op -y krijgen ook -er / -est

Happy / Happier than / The happiest

Pretty / Prettier than / The prettiest

Slide 14 - Slide

Spellingsregel 2
Woorden van twéé lettergrepen op -le/ er/ ow 
krijgen ook -er / -est

shallow / shallower than / The shallowest

clever / cleverer than / The cleverest

Slide 15 - Slide

Spellingsregel 3
Uit je hoofd leren
Good / better than / the best
Bad / worse than / the worst

Little  / less than / the least 
many - much / more than / the most

Slide 16 - Slide

Tijd om te oefenen
  • Bekijk de handout ( de voorpagina) hier staat de uitleg nog een keer in het engels. 
  • Begin bij de eerste opdracht van het werkblad. Vul de juiste comparative in. Staat tussen haakjes achter de zin. 
  • Klaar? Ga naar de 2e opdracht. Bekijk de plaatjes en vul de juiste comparative in. 
  • Ook hiermee klaar? Ga naar het laaste werkblad. 

Slide 17 - Slide

Round-off
What is a comparative? 
What is superlative? 

Homework: Study the first 50 words of the vocabulary list. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video