This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Introduction
Oefenen met formuleren.
Instructions
Hoe kan ik het beste een antwoord op een tentamen/examenvraag formuleren?
Dat leer je in deze LessonUp 'oefenen met formuleren'
Items in this lesson
oefenen met formuleren
HC Britse Rijk
Slide 1 - Slide
oefenen met formuleren 1
Deze oefening is geschikt voor leerlingen die moeite hebben om de juiste onderdelen in een antwoord te zetten of moeite hebben met een antwoord op een examenwenselijke wijze te formuleren en hierdoor punten mislopen. Let op het gaat niet zo zeer om het goede antwoord maar meer HOE heb je geantwoord.
Slide 2 - Slide
doelen
• inzicht te krijgen in de soorten examenvragen • inzicht te krijgen welke vragen jij op dit moment aan kan • inzicht te krijgen in hoeverre jij de stof hebt begrepen. • door oefening op een hoger niveau te komen • oefenen met het geven van gewenste examenantwoorden
Slide 3 - Slide
categoriën
a. cognitie (komt niet op het examen voor) b. cognitie volgens examennormen c. verbanden, makkelijkste vraag soort die op het examen voor komt d. idem volgens examenwijze e. verdekt meerledige vragen f. idem volgens examenwijze
Slide 4 - Slide
"A/B Wat verstaan we onder centralisatiepolitiek?"
Slide 5 - Open question
A/B "Wat verstaan we onder driehoekshandel?"
Slide 6 - Open question
"• A/B Wat verstaan we onder "modern imperialisme?"
Slide 7 - Open question
"C/D Welk verband bestond er tussen het modern imperialisme en de huisnijverheid in India?"
Slide 8 - Open question
"C/D Engeland hanteerde een andere strategie voor de kolonisatie van Noord-Amerika dan Spanje en Frankrijk. Leg uit wat deze strategie was en waarom dit meer conflicten opleverde met de Indianen."
Slide 9 - Open question
"C/D Leg uit waarom het aandeel van slaven in de totale bevolking in de zuidelijke koloniën van Noord-Amerika veel groter was dan in de noordelijke koloniën van Noord-Amerika.
Slide 10 - Open question
"E/F In Amerika waren drie verschillende soorten Engelse koloniën: 1) vestigingskoloniën in het noorden van Noord-Amerika 2) plantagekoloniën in het zuiden van Noord-Amerika 3) plantagekoloniën in de Caraïben. Leg uit per soort kolonie: - welk motief kolonisten hadden zich hier te vestigen en - welke rol slavernij speelde in het economisch succes en hoe men aankeek tegen het abolitionisme.
Slide 11 - Open question
"E/F In de loop van de achttiende eeuw ging het handelskapitalisme over in het industrieel kapitalisme. Leg uit wat het verschil is tussen beiden en dat er bij de overgang van het handelskapitalisme naar het industrieel kapitalisme zowel sprake was van continuïteit als verandering.