This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Dance monkey
speelopdracht klas 2
Slide 1 - Slide
dance monkey
lesdoel (aan het einde van deze les...)
... ken ik alle namen van de pianotoetsen.
... weet ik uit welke akkoorden het nummer 'dance monkey' bestaat en begrijp ik hoe ik die akkoorden moet vormen en moet spelen.
... weet ik welke fases ik moet doorlopen om een muziekstuk (samen) te spelen.
Slide 2 - Slide
dance monkey
leerdoel (aan het einde van deze opdracht...)
... kan ik het nummer Dance monkey op piano/keyboard meespelen met een track.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
00:09
Welk instrument hoor je hier?
Slide 5 - Open question
00:29
LET OP
Je hoort iedere keer een stukje muziek dat herhaald wordt. Tel bij het volgende couplet hoeveel akkoorden je hoort.
Slide 6 - Slide
00:49
Hoeveel akkoorden hoor je?
A
2
B
4
C
6
D
teveel om te tellen
Slide 7 - Quiz
01:08
instrumenten refrein
Slide 8 - Mind map
noten Dance Monkey
In het nummer dance monkey speel je 4 verschillende akkoorden die het hele nummer doorgaan. De noten waarop deze akkoorden zijn gevormd zijn de F#, D, E en C#.
opdracht: zoek de juiste toetsen op je werkblad op en geef op een duidelijke manier aan welke toetsen dit zijn.
Slide 9 - Slide
dance monkey
Maak op je werkblad de opdracht over de pianotoetsen.
Slide 10 - Slide
Wat is een akkoord?
Slide 11 - Open question
vormen van akkoorden
Om akkoorden te kunnen vormen moet je een aantal stappen doorlopen. Lees de tekst op het werkblad zorgvuldig door en beantwoord de vragen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
01:52
Waar heeft het verschil tussen majeur en mineur mee te maken?
Slide 14 - Open question
03:05
mineurakkoorden
Mineurakkoorden kun je herkennen aan de 'm' achter de naam.
C: C-majeur
Cm: C-mineur
De docent speelt een aantal akkoorden. Denk je dat het om een majeur- of een mineurakkoord gaat?
Slide 15 - Slide
mineurakkoorden
Een mineurakkoord vorm je bijna op dezelfde manier als een normaal (majeur)akkoord. Het enige verschil zijn de stappen die je moet maken om naast de basisnoot de tweede en derde toets te vinden.
basisnoot
2 toetsen overslaan
3 toetsen overslaan
Slide 16 - Slide
opdracht 'Don't Worry'
voorbeeld: Am-akkoord
2
1
3
1
2
Slide 17 - Slide
akkoorden speelopdracht
Maak op het werkblad de akkoorden die je voor het nummer Dance Monkey op het keyboard moet spelen.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
01:16
Wat is het grote verschil tussen de hersenactiviteit tijdens taken als rekenen of lezen en het luisteren van muziek?
Slide 20 - Open question
01:35
En wat is het verschil tussen het luisteren naar muziek en het spelen van een instrument?
Slide 21 - Open question
02:03
bespreek met de klas
Waarom zouden juist deze delen in de hersenen worden aangesproken tijdens het spelen van een instrumtent?
Slide 22 - Slide
instrument beheersen
Je hebt in het filmpje kunnen zien hoe lastig maar ook hoe goed het is om een instrument te bespelen. Tijdens het leerproces gebeuren er allemaal fantastische dingen in je hersenen. Daarom is het handig om het leren van een instrument of een lied op te delen in verschillende fases.
fase 1: beheersing van de noten / akkoorden
fase 2: spelen van de overgangen
fase 3: spelen van het goede ritme
fase 4: samenspelen met een ander instrument
Slide 23 - Slide
fase 1 beheersing van noten
In fase 1 ben je bezig met het ontdekken welke noten je moet spelen en waar die noten zich op jouw instrument bevinden.
In deze fase ben je veel aan het zoeken naar de juiste noten en aan het kennismaken met de bladmuziek en jouw instrument. Het kan frustrerend zijn dat je het nummer nog helemaal niet herkent.
Aan het einde van deze fase weet je de noten welliswaar te vinden, maar je bent nog veel aan het kijken naar de bladmuziek en je eigen instrument en handen om de goede noten te spelen. Je speelt het nummer zo langzaam en zonder ritme dat het nog niet herkenbaar is.
Slide 24 - Slide
fase 2 spelen van overgangen
wanneer je alle noten, toetsen of snaren hebt gevonden zul je merken dat je steeds meer gaat onthouden van wat je moet spelen. Het lastige is niet meer om de goede noten te vinden, maar om de overgangen tussen de verschillende akkoorden (piano) of vakjes (basgitaar) te spelen.
In fase 2 ben je vooral veel aan het repeteren. Je speelt het nummer nog heel langzaam en moet af en toe nog zoeken naar de juiste tonen, maar je merkt dat je meer uit je hoofd gaat spelen.
Aan het einde van fase 2 kun je het nummer langzaam spelen en merk je dat het steeds herkenbaarder wordt.