WERKWOORDEN LEREN
• Zorg er allereerst voor dat je de persoonlijke voornaamwoorden goed kent. (ik, jij, hij….)
• Let op de overeenkomsten tussen de werkwoorden en pas de stappen toe zoals beschreven in de
uitleg.
• Schrijf de rijtjes meerdere malen uit. Check ook goed of je ze goed opgeschreven hebt.
• Maak er een rap of een liedje bij waardoor het beter in je hoofd blijft hangen.
GRAMMATICA LEREN
• Bestudeer de grammaticaregels goed. Lezen is geen Leren!
• Kan je het aan iemand anders uitleggen? Dan zit het meestal wel goed in je hoofd.
• Maak de oefeningen die je eerder hebt gemaakt nog een keer, controleer daarna met je schrift
of je het goed hebt gedaan.
• Maak voor jezelf of voor een klasgenoot een “toets”.'